1457 april 30

Acta fuerunt ... in domo inhabitacionis dictorum testatorum in Buscoducis ad locum ... Wyntmolenberch

Notaris Gerardus de Grotel, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Rodolphus de Herpen en Bertradis, zijn wettige echtgenote, dochter van wijlen Gerardus Rolofssoen, burgers van de stad Den Bosch, in hun testament bepaald hebben dat al hun schulden met de kosten van hun uitvaart en de ten onrechte verkregen goederen teruggegeven worden. Verder hebben zij vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 10 schelling die eenmaal betaald moet worden,
  2. het beeld van Onze Lieve Vruw in de Sint-Jan onder de toren een erfcijns van 3 pond, die deel uitmaakt van een erfcijns van 5 pond, gaande uit een morgen grond in de parochie Schijndel op de plaats aen Wybosch, welke cijns van 5 pond de erflater Rodolphus van Wilhelmus, zoon van wijlen Gerardus vanden Eynde gekocht had,
  3. een erfcijns van 1 pond, uit die cijns van 5 pond, voor de lampen die in de Sint-Jan hangen buiten het koor voor het Heilig Sacrament en die daar eeuwig branden,
  4. de priesters die een beneficie in dezelfde kerk hebben een erfcijns van 1 pond uit die cijns van 5 pond.
Getuigen hierover waren: Johannes Spyker, zoon van Henricus Spyker, Jacobus Spyker, zoon van Wilhelmus Spyker, Henricus de Stiphout en Ghijselbertus die Weert, burgers van de stad Den Bosch.
Dorsaal:
  1. Schijndel aen dWybosch V libras No 51 (vander Weeghe),
  2. folio 124,
  3. folio 106 verso
  4. Item 5 libras payments tot Scyndel beseet van Roelof van Herpen anders geheiten Roelken metter Keesen nu Willem vander Eynden nu Katelyn syn zuster (van Uden),
  5. Item 5 pont payment beseet van Roelof van Herpen ende Beerten syn wyf anders geheiten Roelken metter Kesen van Uden).
Nummer: 1574

1457 juni 21

Acta ... in domo inhabitacionis dicte testatricis

Notaris Amelius Pan de Dryel, clericus van het bisdom Traiectum, oorkondt dat Heylwig, dochter van Symon van dair Achter, wettige echtgenote van Wilhelmus Myssen, wonend in Den Bosch, met toestemming van haar echtgenoot, heeft opgesteld waarin zij heeft bepaald dat haar wettige schulden samen met de kosten van haar begrafenis uit haar goederen betaald moeten worden en dat de goederen die zij op onrechtvaardige manier verkregen heeft aan de Kerk teruggegeven moeten worden. Verder heeft zij haar graf gekozen in het klooster van de Minderbroeders in Den Bosch. Zij heeft vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van Luik een halve Arnoldusgulden die eenmaal na haar dood gegeven moet worden,
  2. de nieuwe Onze Lieve Vrouw en Sint-Johannes in de Sint-Jan elk een halve gulden,
  3. de vier bedelorden ieder een halve Arnoldusgulden,
  4. de kapelaans en de custodes van de Sint-Jan 5 stuivers die ze onder elkaar moeten delen,
  5. het Sint-Jacobushositaal in Den Bosch 1 bed,
  6. haar erfgenamen al haar erfgoederen die zij door en na de dood van haar ouders verworven heeft op voorwaarde echter dat haar echtgenoot Wilhelmus tijdens zijn leven hiervan het vruchtgebruik zal hebben,
  7. haar erfgenamen de helft van haar woonhuis en erf in de Ridderstraet op voorwaarde echter dat Willelmus tijdens zijn leven hiervan het vruchtgebruik voorbehouden blijft,
  8. de genoemde erfgenamen de helft van alle gebruiksgoederen die aan haar toebehoren die zij en Wilhelmus gemeenschappelijk na de dood van de erflaatster zullen bezitten op voorwaarde echter dat Wilhelmus in deze helft het vruchtgebruik voorbehouden blijft,
  9. aan de provisoren van de Petrus- en Pauluskapel na de dood van de erflaatster een erfcijns van 5 pond, gaande uit het woonhuis van de echtgenoten ten behoeve van een wekelijkse mis die in die kapel gelezen moet worden. Bovendien heeft de erflaatster gewild dat uit haar roerende goederen nagelaten en (compari) een erfcijns van 5 pond ten behoeve van die voornoemde mis.
Met als getuigen: heer Wilhelmus Hals, priester, Herbertus Hals, zijn broer, en Johannes sHaren, custos van die voornoemde kerk.
Dorsaal: Dit testamen is van Peter van Heel. (sic!)
Nummer: 1573

1457 oktober 8

Petrus de Arennest en Henricus Noeden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Godefridus die Hoesch, wettige weduwnaar van Katherina, dochter van wijlen Willelmus vander Laerschot, aan Rutgerus (achternaam ontbreekt!) ten gunste van Godefridus, Willelmus, Johannes en Henricus, broers, en van Gertrudis, Katherina en Yda, zussen, kinderen van Petrus en Yda, overgedragen heeft zijn vruchtgebruik in een erfpacht van mud rogge, Boxtelse maat uit een stuk land, Die Donck, op de plaats Lendenshoevel in Die Hurschelschebeemden, aan alle zijden tussen het erfgoed dat vroeger was van Hermannus Brant en Petrus Yegers, welke ½ mud rogge Petrus van Godefridus, zoon van wijlen Godefridus de Geffen, verkregen had.
Dorsaal: Willelmus Bloemart.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0600

1457 oktober 22

Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, en Henricus Noeden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Maria, weduwe van Reynerus vanden Loeten, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Wolterus, zoon van wijlen Johannes Wouters soen, heeft overgedragen:
  1. ½ morgen land op de plaats In Die Loeten tussen het erfgoed van Arnoldus Wolphart aan een zijde en het erfgoed van Henricus Weynen aan de andere zijde,
  2. een stuk land op de plaats Op Die Loeten tussen het erfgoed van Goeswinus Heym aan een zijde en het erfgoed van Godefridus de Dommelen aan de andere zijde,
welke stukken land Petrus, zoon van Theodericus Brienen, aan Maria had overgedragen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0601

1457 oktober 29

Petrus de Arennest en Johannes Monix, zoon van Jacobus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta, dochter van wijlen Johannes Stynen, aan Gerardus, natuurlijke zoon van haar en van Gerardus Huberman, heeft overgedragen al haar roerende en onroerende goederen die ze nu heeft en in de toekomst verkrijgen zal, welke Gerardus pas na haar dood daadwerkelijk zal bezitten. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Margareta deze goederen naar haar goeddunken kan verkopen, vervreemden of er verplichtingen mee kan aangaan.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0602

1458 januari 4

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo septimo

Johannes Monix, zoon van Jacobus, en Simon de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, weduwe van Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Robbertus die Joede, daartoe gemachtigd door het testament van Arnoldus, aan Rodolphus de Maren, zoon van Matheus, verkocht heeft een erfcijns van 1 rijnsch gulden uit het huis, erf en hof in de parochie Bucstel binnen de bruggen nabij Die Langestraet tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen heer Lambertus de Woenssel, priester, aan een zijde en het erfgoed van Guedeldis, weduwe van Willelmus die Joede en haar kinderen, en het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Bucstel aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de Heer van Bucstel tot aan de openbare weg.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0603

1458 januari 4

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo septimo

Johannes Monix, zoon van Jacobus, en Symon de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van heer Rodulphus de Hyndert, priester en bedienaar van de parochiekerk in Bucstel, gevidimeerd hebben. Katherina, weduwe van wijlen Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Robertus die Joede, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard de gevidimeerde akte ten gunste van haar zelf en van Rodolphus, zoon van Matheus de Maeren, in bewaring te houden en zij heeft aan Rodolphus beloofd hem deze akte te overhandigen zo vaak als hij ze voor de uitoefening van zijn rechten nodig heeft, echter op voorwaarde dat als Rodolphus zijn recht gehaald heeft hij deze akte aan Katherina zal teruggeven.
Dorsaal:
  1. Eenen goutgulden diemen leth met 3 gulden.
  2. Numero 11 (Vander Weeghe).
  3. folio 97 verso.
  4. ? vande Graaft, folio 83 verso Breugel.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte de datum waarop hij oorspronkelijk is opgesteld.
Nummer: 1283

1458 januari 31

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo septimo

Symon de Gheel en Henricus Noeden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus, zoon van wijlen Gerardus Heerken senior, van frater Arnoldus Roefs, prior van het convent der reguliere (kanunniken ?) in een huis bij Eindhoven verkregen had:
  1. een zeker achterhuis dat vroeger van Johannes Vynninc was, later van Godefridus de Ekart, in de Hynthamerstraat achter het huis van Willelmus de Strathem,
  2. een zekere onbebouwde ruimte die voor dat huis ligt waarop een put staat,
  3. een zeker pad dat zich daar uitstrekt,
  4. een zeker stukje hof dat daar ligt in de richting van de Kerkstraat naast het erfgoed van Henricus Mostart,
  5. een zeker ander achterhuis van wijlen Johannes Vynninck,
  6. een hof aldaar naast het reeds genoemde huis in de richting van de Markt tussen het al genoemde erfgoed aan een zijde en het erfgoed van Vlendis, weduwe van Wyerus Jacobs soen aan de andere zijde,
  7. de muren, het recht van dakdrup en de andere afhankelijke goederen van die huizen.
Vervolgens had Godefridus, zoon van wijlen Gerardus Heerken senior, aan Theodericus de Scynle, spoormaker, overgedragen het bovengenoemde andere achterhuis en de hof naast het eerstgenoemde huis in de richting van de Markt samen met het gebruiksrecht van het pad, de put en de onbebouwde ruimte samen met andere (niet gespecificeerde) personen. Vervolgens hadden Christianus, Johannes en Katherina, kinderen van wijlen Theodericus, aan Godefridus Cuper, bontwerker, zoon van wijlen Henricus, dit andere achterhuis, hof en die gebruiksrechten overgedragen. Gerardus, zoon van wijlen Theodericus, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft ten gunste van Godefridus Cuper afgezien van dit andere achterhuis, die hof en de gebruiksrechten afgezien.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0604

1458 april 14

Acta fuerunt hec in ecclesia collegiata sancti Johannis

Notaris Godefridus Hels, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat hij op verzoek van de officiaal van Luik, gedateerd 1457 mei 10, die daartoe weer een verzoek heeft gekregen van de meesters van kerkfabriek van de Sint-Jan, een akte heeft laten opmaken van het testament van Arnoldus, zoon van Johannes vanden Scyen, inwoner van Den Bosch, dat heer Johannes Eyckman, priester en vice-plebaan van de Sint-Jan heeft geïnstrumenteerd, omdat laatstgenoemde geen protocol of origineel heeft nagelaten. Getuigen hierover waren: de heren Goeswinus Kemp, kanunnik en Bartholomeus Crom, eeuwig vicaris van bovengenoemde kerk, priesters van het bisdom Leodium.
N.B. zie voor opgenomen akte 1456 (of vroeger ?) juli 24.
Nummer: 1575

1458 april 17

Petrus de Arennest en Simon de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat heer Petrus vander Heesterbeke, priester, zoon van wijlen Philippus vander Heesterbeke en van wijlen Mechteldis, dochter van wijlen Petrus Polslouwer, aan Tielmannus, zoon van wijlen Arnoldus Tielmans, heeft overgedragen elk deel en alle rechten die hij door de dood van Heilwig, dochter van wijlen Petrus Polslauwer, en op andere manieren geërfd heeft in 2 kampen, Die Groet Tusschenryt en Die Cleyn Tusschenryt in het rechtsgebied van Macharen, welke 2 kampen Willelmus de Megen, bastaard, van Johannes, heer van Megen en van Hoeps, verkregen had van alle andere goederen die Heylwig, zijn tante van moeder's zijde, bij haar dood bezat en dat heer Petrus van Tielmannus 100 peters verkregen heeft en daarmee Tielmannus van elke verdere betaling ontslagen heeft.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0605

1458 april 28

Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, en Henricus Noeden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Tielmannus de Zonne aan heer Nycolaus vander Aa, priester, ten gunste van Gerardus vander Aa verkocht had een erfcijns van 21 £ tournooise groten uit de goederen Ter Boect in de parochie Zonne en uit alle afhankelijkheden van die goederen en dat vervolgens Heer Willelmus de Aa, ridder, en Gerardus de Aa aan Franco de Gestel en Godefridus Sceyvel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht hadden een erfcijns van 15 £ en 15 schelling tournooise groten uit die erfcijns van 21 £. Thomas, zoon van wijlen Goeswinus Maessoen is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat hij tegenwoordig bezit een stuk land, 6 lopenzaat groot, in de parochie Zonne op de plaats Ter Boect tussen het erfgoed van Thomas Mettensoen aan een zijde, zich uitstrekkend vanaf de Boecterstraet tot aan een weg aldaar en dat dat stuk land genomen is en afgescheiden van de voornoemde goederen Ter Boect.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0606

1458 april 28

Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, en Henricus Noeden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Tielmannus de Zonne aan heer Nycolaus vander Aa, priester, ten gunste van Gerardus vander Aa, verkocht had een erfcijns van 21 £ tournooise groten uit de goederen Ter Boect in de parochie Zonne en uit alle afhankelijkheden van die goederen en dat vervolgens Heer Willelmus de Aa, ridder, en Gerardus de Aa aan Franco de Gestel en aan Godefridus Sceyvel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht hadden een erfcijns van 15 £ en 15 schelling uit die cijns van 21 £. Happo Keris, zoon van wijlen Happo Pouwels, Johannes de Doinekaet, zoon van wijlen Johannes, en Engbertus, zoon van wijlen Nycolaus de Vroenhoven, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben verklaard dat zij tegenwoordig een stuk beemd bezitten, dat genomen is uit de voornoemde goederen in de parochie Zonne op de plaats Boect tussen het erfgoed van Henricus, zoon van wijlen Willelmus Gielis soen aan een zijde en het erfgoed van Wantgerus Wuesten aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Dommel tot aan het erfgoed van Thomas Metten soen en zijn kinderen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0607

1458 april 28

Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, en Henricus Noeden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Tielmannus de Zonne aan heer Nycolaus vander Aa verkocht had een erfcijns van 21 £ tournooise groten uit de goederen Ter Boect in de parochie Zonne en uit alle afhankelijkheden van die goederen en dat Heer Willelmus de Aa, ridder, en Gerardus de Aa aan Franco de Gestel en Godefridus Sceyvel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht hadden een erfcijns van 15 £ en 15 schelling uit die erfcijns van 21 £. Theodericus, zoon van wijlen Wolterus Weyten, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft verklaard dat hij tegenwoordig een stuk land bezit, 1 zester groot, en een daar aangrenzend stukje beemd in de parochie Zonne op de plaats Ter Boect tussen het erfgoed van Thomas Metten soen en zijn kinderen aan een zijde en het erfgoed van Theodericus Giben aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Thomas Metten soen en zijn kinderen en Theodericus Ghiben en dat dit stukje grond en dat stukje beemd genomen zijn uit de voornoemde goederen Ter Boect.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0608

1458 juni 9

Gerardus de Vladeracken, Petrus de Arennest, Simon de Gheel en Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Christina, weduwe van Rutgerus de Kessel, door een uitspraak van schepenen in Buscoducis, op 1361 februari 20 (sabbato post diem beati Valentini martiris, anno Domini millesimo tricentesimo sexagesimo) in het bezit werd gesteld van 2 stukken land in de parochie Roesmalen op de plaats Hynen, waarvan een is gelegen tussen het erfgoed van het Clarissenklooster in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Thomas de Hynen aan de andere zijde en het andere tussen het erfgoed van Walterus de Vucht aan een zijde en het eerst genoemde stuk land en het erfgoed dat aan dat klooster toebehoort aan de andere zijde, zich uitstrekkend met een einde tot aan het erfgoed van Henricus vanden Borne, wegens het in gebreke blijven van de betaling van een erfpacht van 1½ mud rogge, welke Marselius Coninc, slager, Tielkinus de Nederynen en Aleidis, weduwe van Nycolaus Reymbrant, van Henricus vanden Borne, verkregen hadden en dat vervolgens Cristina aan Gerardus Mol de Driel deze inbezitstelling had overgedragen en hem gemachtigd om deze stukken te verkopen tegen de betaling van die pacht en dat Gerardus deze stukken land aan Cristina elf verkocht heeft.
Dorsaal: Rosmalen, folio 16, Willem van Boschuysen.
Zegels: 1e zegel ontbreekt, 2e zegel licht beschadigd, 3e en 4e zegel licht beschadigd.
Nummer: 0609

1458 juni 16

Jacobus de Berck en Rodolphus die Bever, zoon van Rodolphus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Engela, dochter van wijlen Johannes Vannijs, aan Johannes, zoon van wijlen Laurencius vanden Bredeacker, verkocht heeft een erfcijns van 20 schelling uit het huis, erf en hof aan de Vuchterdijk binnen de poorten tussen het erfgoed van Petrus Andries aan een zijde en het erfgoed van Petrus de Zwalmen, kleermaker, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het water dat daar stroomt.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0610

1458 juni 17

Acta ... in domo inhabitacionis ... testatoris in camera sua domicionis in vico After Die Tolbrug

Notaris Goeswinus Pauli, priester van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Rutgherus Boeve, zoon van wijlen Arnoldus de Oyen, inwoner van de stad Den Bosch, die krachtens de volmacht die hem als overlevende is gegeven in een zekere akte, die door hem en Johanna, zijn vrouw, voor dezelfde notaris is opgemaakt: Rutgherus heeft de volgende legaten gedaan:
  1. De eerbiedwaardige kerk van Luik 1 maal ½ Arnoldusgulden na zijn dood.
  2. De kerkfabriek van de Sint-Jan 1 maal een zelfde ½ gulden.
  3. Een maal evenveel aan de Nieuwe Onze Lieve Vrouw.
  4. De kapelaans die in die kerk de zielzorg uitoefenen 1 gulden.
  5. Zijn bloedverwant Rutgerus, zoon van wijlen Buysch, 1 maal 6 gulden uit zijn roerende goederen.
Met als getuigen: Engbertus, zoon van wijlen Wolterus, smid, Wilhelmus de Eller, zoon van wijlen Arnoldus, en Goeswinus, zoon van Wilhelmus Buysers.
Nummer: 1576

1458 juni 22

Petrus de Arennest en Johannes Monix, zoon van Jacobus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Adam Ghijsselen, Johannes de Beerze, bontwerker, Tielmannus Goyarts soen van Oventken, Arnoldus vanden Steen en Rodolphus de Meerlair, armenmeesters over de Geerlingsbrug, vuurmeesteren genoemd, en ook in hun hoedanigheid van rectoren van het Sint-Dympnagasthuis in de Hijnthamerstraat, aan Willelmus Mijs, kleermaker, overgedragen hebben een huis, erf en hof dat vroeger van Theodericus Rovers, zoon van wijlen Jacobus Rovers, was in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Franco Knope, zoon van wijlen Franco Knope, aan een zijde en het erfgoed van Nycolaus de Beke aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het gemeenschappelijke water dat daar stroomt, welk huis, erf en hof Adam Ghijsselen samen met een stukje beemd, Die Stege, buiten de stadsmuren van Den Bosch op de plaats Smeestersonck van Gerardus Moll de Dryel door een uitspraak van schepenen in Buscoducis verkregen had. De armenmeesters hebben beloofd dat als er van rechtswege gevonden wordt, dat er uit dit huis, erf en hof meer betaald moet worden dan de cijns aan de hertog en een erfcijns van 2 £ (aan een niet gespecificieerde persoon of instelling) zij dit voor hun rekening zullen nemen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0611

1458 juni 22

Petrus de Arennest en Johannes Monix, zoon van Jacobus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van Godefridus de Dommelen, Arnoldus Berwout, Ludolphus Buck, Goeswinus Toelinc, Gerardus Boest, Johannes Loenman, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, gedateerd op 1456 maart gevidimeerd hebben. Adam Ghysselen, Johannes de Berze, bontwerker, Tielmannus Goyarts soen van Oventken, Arnoldus vanden Steen en Rodolphus de Meerlair zijn nu als rectoren van het Sint-Dympnaziekenhuis in de Hynthamerstraat voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben verklaard dat zij deze akte ten gunste van het ziekenhuis en ten gunste van Willelmus Mijs, kleermaker, in bewaring houden en zij hebben aan Willelmus beloofd dat zij hem deze akte zo vaak zullen overhandigen als hij ze voor de uitoefening van zijn rechten nodig heeft, echter op voorwaarde dat als Willelmus zijn recht gehaald heeft hij deze akte aan de rectoren zal teruggeven.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte de datum waarop hij oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 1577

1458 juni 26

Petrus de Arennest en Simon de Gheel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes de Loenen, zoon van wijlen Laurencius de Loenen, aan Arnoldus Cnoden, zoon van wijlen Arnoldus Cnode, heeft overgedragen een erfcijns van 8 £, welke Arnoldus, zoon van Henricus de Colen, verschuldigd is aan Arnoldus, zoon van wijlen Henricus Weyns uit:
  1. huis, erf, hof en voorraadschuur met zijn grond en aangrenzende erfgoederen, 3 lopenzaat groot, in de Sint-Petrusparochie in Vucht op de plaats Aen tSant tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Goedscalcx aan de andere zijde,
  2. een beemdje aldaar aan beide zijden tussen het erfgoed van Arnoldus Goedscalcx,
  3. een akker, 4 lopenzaat groot, op de plaats Hoge Audervoert tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes Loden, Adam, zoon van Henricus Colen, en verscheidene anderen aan de andere zijde,
welk huis, erf, hof, erfgoederen, beemdje en akker Adam van Arnoldus, oon van Henricus Weyns, in cijns verkregen had.
  1. akker, 1 zester groot, op de plaats Audervoert tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes Loden aan een zijde en het erfgoed van Heilwig, weduwe van Petrus Laureyns, en haar kinderen aan de andere zijde,
  2. een stuk land, Die Poel, 1½ lopenzaat groot, tussen het erfgoed van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch aan een zijde en het erfgoed van Ghiselbertus Emmensoen aan de andere zijde,
  3. stuk land, Die Driebruect, tussen het erfgoed van Theodericus de Os aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Gewanden aan de andere zijde,
  4. vierde deel van 1 morgen land op de plaats Bockelair,
welke erfgoederen Adam als onderpand voor de betaling van die cijns had aangewezen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0612

1458 september 11

Henricus Noeden en Rutgerus Berwout, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, weduwe van Johannes Heezeacker, daartoe gemachtigd door het testament van Johannes en een vreemde openbare akte over de toestemming van de kapelaans van de stad Den Bosch, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de dekens van de Sint-Petrus- en Pauluskapel heeft overgedragen:
  1. de helft van een huis en erf die haar toebehoorden in de Orthenstraat over de Sevensiesthe brugge tussen het erfgoed van Jacobus Rutten aan een zijde en de weg van Arnoldus Veertichstillinghe, perkamentmaker, aan de andere zijde, namelijk die helft met zijn dakdruppen welke ligt langs die weg aan een zijde en de tussenwand in dat huis aan de andere zijde, samen met de helft van die tussenwand, welke helft van dat huis en erf zich achterwaarts uitstrekt tot aan de 4 kamers van Arnoldus,
  2. de helft van de hof achter die kamers, welke hof eigendom was van Arnoldus en welke hof ligt tussen de hof van Henricus de Hees, bakker, aan een zijde en de voornoemde weg aan de andere zijde en zich uitstrekt vanaf die kamers tot aan het water, namelijk die helft van de hof die in schuine lijn in 2 gelijke delen verdeeld wordt en welke naast de de achterste dakdrup van die kamers ligt, samen met het recht om altijd op de kortste wijze en die de minste schade toebrengt over de overige helft, die aan Arnoldus toebehoort, tot aan het gemeenschappelijke water, heen en terug te gaan,
welke helften van huis, erf, hof, tussenwand en andere rechten samen met enige andere gebouwen Johannes Hezeacker, zoon van wijlen Johannes Hezeacker, van Jacobus de Duernen, zoon van Gerardus de Duernen, (er staat niet vermeld!)
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1517

1458 september 11

Henricus Noeden en Rutgerus Berwout, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Katherina, weduwe van Johannes Hezeacker, aan Lambertus die Wael, Johannes vander Sijndewijnen en Henricus Voegel de Eymeric, dekens van de broederschap en het gilde van de Sint-Petrus- en Pauluskapel, ten gunste van hen, die broederschap en het gilde gegeven heeft:
  1. 4 kamers met hun grond en dakdrup,
  2. stukje hof achter die kamers in de richting van het openbare water in de Orthenstraat achter het erfgoed van Katherina tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Johannes van Best, zoon van wijlen Johannes van Best, aan een zijde en het erfgoed van Johannes van Beke, zoon van wijlen Willelmus van Beke,
  3. een zeker pad, 4 voet breed, daar aangelegd voor die kamers en een stukje tussenliggende hof aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Katherina tot aan het openbare water,
  4. een zeker geheel pad aldaar tussen het erfgoed van Katherina aan een zijde en het erfgoed van Johannes van Beke aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het eerstgenoemde pad en een zekere trap die daar ligt op het einde van de eerstgenoemde weg naast dat water,
welke 4 kamers met de andere goederen Katherina van Johannes van Beke gekocht had en aan de dekens gegeven om ze om te zetten in een erfcijns van 10 £, waarvoor in die kapel elke week een mis gelezen moest worden voor het zieleheil van Katherina en Johannes, haar man.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1516

1458 september 11

De inhoud van deze akte is gelijk aan de voorgaande.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1518

1458 oktober 6

Wolterus de Vucht en Goeswinus vanden Hezeacker, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus de Meerlair, zoon van wijlen Henricus de Meerlair, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 2 £ met de achterstallige bedragen van die cijns uit:
  1. het derde deel dat aan heer Johannes de Oeffel, priester, zoon van wijlen Jacobus de Oeffel, toebehoort in een huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen binnen de vrijheid van Sint-Oedenrode tussen het erfgoed van Johannes de Erpe aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. derde deel dat aan heer Johannes toebehoort in een zester land aan beide zijden tussen het erfgoed van Johannes Scoemeker,
  3. een akker, 1 mudzaat groot, tussen het erfgoed van Johannes Scoemeker aan een zijde en het erfgoed van Petrus de Best aan de andere zijde,
welke cijns Gerardus de Meerlair van Johannes de Oeffel gekocht had.
Dorsaal: in registro (principali ?) CV ? (Van Uden).
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0613

1458 oktober 7

Acta fuerunt ... in domo inhabitacionis dicti testatoris in vico Orthensi

Notaris Gerardus Lamberti de Berlichem, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Martinus Berwout, zoon van Arnoldus Berwout, waarin deze heeft vermaakt aan:
  1. de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 x 1 rijnsgulden,
  2. de kerkfabriek van de Sint-Jan 1 maal 3 rijnsgulden,
  3. de kerkfabriek van de Sint-Jan, een erfcijns van 1 £, die deel uitmaakt van een erfcijns van 6 £, uit goederen in de parochie Os, die de kerkfabriek meteen na de dood van de erflater en Bela, zijn vrouw, krijgt.
Met als getuigen: frater Johannes de Colonia, priester van de orde der Minderbroeders, magister Joahnnes, zoon van wijlen Arnoldus Betten de Oesterwijck, en Arnoldus, zoon van Arnoldus Berwout.
Dorsaal: Item 1 £ van Marten Berwout in Os post obitum Beele sue uxoris. Dit £ hebben die kercmeesters opgedragen heeren Claessoen van Hoyberch presbyter et nullius valoris pro fabrica.
Nummer: 1284

1458 oktober 7

Acta ... in domo habitacionis dicti testatoris ... in vico Orthensi

Notaris Gerardus Lamberti de Berlichem, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Martinus Berwout, schepen en burger van Den Bosch, zoon van Arnoldus Berwout, waarin deze heeft vermaakt aan:
  1. De kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 x 1 rijnsgulden.
De erflater zegt een erfcijns van 6 £ in Os te hebben. Van deze 6 £ geeft hij aan:
  1. De kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 1 £.
  2. De deken en het kapittel van de Sint-Jan een erfcijns van 1 £, waarvoor zij een eeuwig jaargetijde moeten houden voor hem en voor Bela, zijn vrouw.
  3. Het convent der Predikbroeders een erfcijns van 1½ £, waarvoor zij ook voor hem en voor Bela een eeuwig jaargetijde moeten houden.
  4. De kerkfabriek van de Sint-Petrus- en Pauluskapel een erfcijns van 1½ £.
  5. De kerkfabriek van de Sint-Jacobuskapel een erfcijns van 1 £.
De begunstigden zullen meteen na de dood van hem en van Bela deze cijnzen krijgen. Met als getuigen: frater Johannes de Colonia, priester van de orde der Minderbroeders, magister Johannes, zoon van wijlen Arnoldus Betten de Oesterwijck, Arnoldus, zoon van Arnoldus Berwout, Hillegonda van Oss, begijn van het Groot Begijnhof in Den Bosch, en Elizabeth, vrouw van Andreas, zoon van wijlen Henricus Joerdens.
Nummer: 1285

1458 oktober 10

Acta fuerunt in domo habitacionis ... testatricis ad locum dictum prope vagum porcum

Notaris Gerardus Lamberti de Berlichem, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert het testament van Elizabeth, dochter van Johannes Hennepert, wettige echtgenote van wijlen Jacobus de Berck, burger en schepen van Den Bosch, waarin zij de volgende bepalingen heeft gemaakt:
  1. Zij heeft aan de kerkfabrieken van de Saint-Lambert in Luik en van de Sint-Jan na haar dood elk 1 maal 7 stuivers vermaakt.
  2. Zij heeft aan Onze Lieve Vrouw in de Sint-Jan en ook aan de fabriek vermaakt haar beste rode tabbard met afzetting in bont.
  3. De zaligen Katherina, Barbara en Agatha in de Sint-Jan na haar dood elk 1 maal 7 stuivers.
  4. De Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch na haar dood 1 maal 6 mud rogge om onder de armen aldaar een bedeling te houden.
  5. Johannes Hennepert, haar vader, krijgt na haar dood al haar roerende en onroerende goederen waarover hij naar eigen goeddunken mag beschikken op voorwaarde dat hij met die goederen alle eventuele schulden van de erflaatster en van Jacobus Berck, haar man, zal betalen.
Getuigen waren: Hermannus Pieck, vicecureyt van de Sint-Jan, broeder Hermannus die Celbrueder en Katherina, dochter van Johannes Hennepert de Nystelrode.
Nummer: 1578

1459 februari 13

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo

Wolterus de Vucht en Johannes Monix, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus Struelens, zoon van wijlen Arnoldus Struelens, aan Nycolaus, zoon van wijlen Henricus vanden Dungen, overgedragen heeft een huis, erf en hof in de Orthenstraat tussen het erfgoed van Engbertus Kersmeker aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Keymp aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het water dat daar stroomt, welk huis, erf en hof Arnoldus Struelens van Johannes Oems, wettige echtgenoot van Jutta, dochter van wijlen Hermannus, zoon van wijlen Theodericus de Spoerdonck, verkregen had.
Zegels: linkerzegel onbeschadigd, rechterzegel vrijwel onbeschadigd.
Nummer: 0614

1459 maart 2

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo octavo

Nycolaus Spierinc en Johannes Monix, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Wynricus Bubben, zoon van wijlen Henricus Bubben, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een stuk land van de 2 stukken land in de parochie Os op de plaats Oestervelt, namelijk dat stuk land welk ligt naast de plaats Dat Doergat, welke stukken land Wynricus Bubben soen samen met verscheidene andere erfgoederen aan Henricus, zijn broer, had overgedragen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0615

1459 april 29

  1. ... Quod anno a Nativitate Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono ...
  2. mensis aprilis die vicesima sexta ...
  3. constitutus personaliter honestus vir Godefridus dictus
  4. Bruyn, opidanus opidi de Buscoducis ...
  5. fecit, condidit et ordinavit testamentum ...
  6. legavit fabrice ecclesie sancti Lamberti Leodiensis unum stuver post obitum semel
  7. dandum. Et sancto Johanni in opido de Buscoducis totidem similiter dandum. Item legavit dictus testator fabrice ecclesie sancti Johannis ...
  8. a. et h.c. 5 £ ... ex domo ac area
  9. suis ... in ... Art Berwoutstraet quas domum et aream idem testator emit erga Johannem Buyssen. Similiter legavit ex eisdem domibus et areis dicte fabrice
  10. triginta florenos Arnoldi semel ... Item legavit adhuc eidem
  11. fabrice tres cussionos, amphoram unam scanneam de quarta statim post obitum ... testatoris eidem fabrice ... Item legavit adhuc
  12. eidem fabrice duas ollas unam magnam et unam parvam cum quidem alba ... onleesbaar similiter dandum. Insuper legavit mense Sancti Spiritus
  13. in opido de Buscoducis ... unum maldrum siliginis semel post obitum eiusdem dandum. Preterea ... legavit ...
  14. conventui Fratrum Predicatorum in Buscoducis 2 £ ... singulis annis ... ex domo et area dicti testatoris
  15. ... in vico Vuchtensi statim ... post obitum dicti testatoris ...
  16. Sub ea conditione quod in singulis festis Beate Marie et perpetuo in pretacto monasterio dicetur per conventuales eiusdem una missa ante ymaginem Beate
  17. Marie Virginis. Ita tamen quod missa huiusmodi dicatur et celebretur per dominum Johannem de Rythoven quamdiu vitam duxerit ... et post mortem eiusdem
  18. per dictum conventum eandem missam modo pretacto perpetuo continuari voluit et mandavit. Quodquod idem conventus de missa huiusmodi ut fertur perpetuanda litteras dabit
  19. et, dare tenebitur oportunas. Finaliter dictus testator legavit pro sue ac quondam uxoris sue animarum salute fabrice supretacte adhuc ex dictis suis
  20. domibus et areis 1 £ ... singulis annis ... post obitum Aleidis ... Buyssen protunc quondam
  21. uxor dicti testatoris hoc etiam desideraverat her. et prop. iure hab. et poss. ... Acta et ordinata fuerunt hec in
  22. domo inhabitacionis dicti testatoris ... in ... Art Berwoutstraet ...
  23. Presentibus ibidem ... Johanne ... Buyssen, Gerardo de Zelant et Waltero Neven dicti opidi opidanis ...
  24. Consequenter eiusdem anno ... mense ... die tamen vicesimaseptima mense eiusdem
  25. Constitutus personaliter ... Godefridus testator ...
  26. legavit et
  27. reliquit hospitale sito ad locum ... opten Ulenborch ... tres amphoras stanneas cum uno supellectile dicto een saertse statim post obitum
  28. ... testatoris ... Item legavit adhuc Domme Nostre in pretacto opido unam tacheam argenteam et unam cistam cum
  29. omnibus inclusis in eadem statim per et post obitum dicti testatoris ... Insuper voluit et ordinavit 30
  30. florenos de quibus supra sit et habetur mentio post obitum suum dari ... ex bonis suis paratis ... supra per eum ordinatis non
  31. obstantibus. Cetera vera bona sua omnia et singula ultra debita sua crescentia et de quibus supra aut infra non disposuit legavit
  32. Aleidi ... Buyssen ... statim post obitum suum usufructuario iure hab. et poss. Volens et mandans
  33. ulterius bona huiusmodi post obitum eiusdem Aleydis cedere hys quibus protunc de iure competere debeant ...
  34. Acta ... in domo inhabitationis
  35. dicti testatoris ... Presentibus ibidem discretis vinis Johanne Nicolai Tshasen, custode
  36. ecclesie supratacte et Ghysberto, filio Andree vanden Borghart ... Subsequenter ... mense et
  37. die tamen penultima mensis eiusdem ...
  38. presentia personaliter constitutus Godefridus testator ...
  39. cetera vera bona sua omnia et singula ultra debita sua crescentia ...
  40. legavit ...
  41. Aleydi Buyssen statim per et post obitum dicti testatoris ... atque ad libitum sue voluntatis
  42. convertenda et disponenda. ... Item legavit heredibus suis proximoribus unum antiquum grossum ipsis post obitum suum
  43. semel dandum quo mediante voluit et mandavit eosdem fore et esse seclusos atque exhereditatos ab omnibus bonis per et post obitum suum relinquendis
  44. Preterea asseruit se habere unacum Goeswino ... Moll a. et h.p. 11 sextariorum sil ...
  45. Cuiusquidem pactus alteram medietatem ad ipsum de iure pertinentem legavit adhuc Domine nostre supratacte statim per et post obitum suum
  46. her. iure ... Insuper legavit eidem domine nostre medietatem de a. et h.c. 4 £
  47. cum dimidio ... de quo censu Henricus ... Noedensoen commorans in Ghestell tres quartas partes et Arnoldus dictus Janssoen reliquam
  48. quartam partem solvere tenentur statim per et post obitum dicti testatoris ... Finaliter ... legavit
  49. adhuc Domme Nostre prefate a. et h.c. 2 £ ... sibi per Wilhelmum vanden Heesacker quem censum ut
  50. subiunxit. Idem Wilhelmus redimere potest infra festum beati Johannis Baptiste proximo futuri quomodo £ cum septem petris semel solvendis
  51. statim per et post obitum dicte testatoris ab eadem her. iure hab. et poss. ...
  52. Acta ... in supratacta domo inhabitacionis ipsius testatoris ...
  53. Presentibus ibidem ... Goeswino Moll, Ghysberto filio Andree vanden Bongaert, Waltero Scheenke,
  54. filio Henrici et Johanne Buyssen, filio Walteri ...
  55. Et ego Petrus Mollenair, presbyter Traiectensis dyocesis ... notarius ...
Dorsaal:
  1. xx schelling In Vuchterstraet (No 77) (vander Weeghe),
  2. Vugterstraat Folio 99,
  3. testamentum Go di Bruyn in quo legavit fabrice inter cetera post obitum alterius Bussen XX s. in Arnt Berwoutsstraet ende (4½ ?) £ tot Gestel bij Herlaer (Van Uden).
Nummer: 1579

1459 mei 19

  1. ... Quod anno a Nativitate Eiusdem
  2. Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono ... mensis maij die decima nona ...
  3. personaliter constituti ... Johannes Vynninck, aurifaber, et Gerlaca, eius uxor legitima, filia
  4. quondam Yewani ... Stier, incole et opidani de Buscoducis ...
  5. post eorum amborum obitus ... in altari Beate Marie Nove
  6. sito in capella apud turrim in ecclesia sancti Johannis ... Idcirco statuerunt ...
  7. quod rectores fabrice dicte ecclesie ... post obitus ipsorum coniugum amborum duas missas in qualibet
  8. septimana perpetuis futuris temporibus in prefato altari beate Marie et unnam illarum de eadem beata Maria qualibet feria quarta hora octava
  9. ac aliam die lune de requiem eadem hora de mane per aliquem idoneum presbyterum pro dictis coniugibus specialiter ac salute animarum eorundem
  10. parentumque et benefactorum in expensis dicte fabrice celebrari procurent ... tenebuntur eorundem rectorum fabrice et cuiuslibet
  11. eorum constiandum desuper onerando. Ita quod pro qualibet missa huiusmodi neglecta eadem fabrica solvet ... unum grossum antiquum
  12. mediatim mense Sancti Spiritus ad opus pauperum in Buscoducis et mediatim custodibus dicte ecclesie tociens quociens ... sine aliqua
  13. remissione apllicandum. Ut autem dicta fabrica que in constructione dicte ecclesie ac provisione necessariorum in eadem plurimum gravatur adeo
  14. quod absque Christifidelium suffragijs perfici ac subsistere non possit dispendum detrimentum aut gravamen occasione dictarum duarum missarum non paciatur
  15. sed opportunitati eius ac utilitati aliqualiter provideatur. Memorati Johannes et Gerlaca ...
  16. domum suam, aream et ortum in vico Hinthamensi ... inter her. quondam Adolphi die Zadelmaker nunc vero Thome de
  17. Doerne, dicti die Slootmaker e.u.l. et inter her. Jacobi de Stiphout dicti mesmaker e.a.l. cum singulis eorum attinentijs
  18. prout ijdem coniunges domum, aream et ortum huiusmodi tempore date parentum ... tenent et possident. Insuper a. et h.
  19. p. unius maldri sil. necnon similem a. et h.p. unius maldri sil. ... quam pactionem
  20. unius maldri et unius maldri sil. predicti ijdem coniuges solvendum habent ... ex certis her. in parochia de
  21. Hees ... leg.
  22. et her. donaverunt ... Nycolao
  23. Spierinck et Ghyselberto Haeck, rectoribus ... dicte fabrice ecclesie sancti Johannis presentibus et ad opus eiusdem fabrice sub
  24. onere missarum pretacto ...
  25. QUIBUS sic factis memorati Nycolaus et Ghyselbertus fabrice sepedicte rectores ac tam suo quam eiusdem fabrice futurorum rectorum
  26. nominibus presentibus et futuris. Considerantes eundem Johannem quasi impotentem ac senio fractum quodquod eadem Gerlaca in collacione pretacta plurima sollicita
  27. extitit pariterque benivola quodquod antedicti Johanni et Gerlaci qui pluribus annis in coniungu insimul in domo area et orto pretactis laudabiliter residerunt
  28. difficile ymago grave foret domicilium mutare. Idcirco melioribus modi, via iure forma et causa quibus antedicti Nycolaus et Ghyselbertus nomine eiusdem
  29. fabrice melius ... dederunt ... tenorem presentum Johanni et Gerlace
  30. ... domum, aream et ortum pretactos titulum locacionis ... modo ad vitam Johannis et Gerlace predictorum et alterius eorum
  31. diucius in humanis agentes. Item quod antedicti Johannes et Gerlaca domum, aream et ortum huiusmodi ad vitam ipsorum et cuiuslibet eorum inhabitare
  32. et possidere debeant et quilibet ipsorum alterio eorundem defuncto debeat prout hactenus consueverunt et facere solitiscunt censum et onera
  33. ex domo, area et orto predictis de iure solvenda de anno in annum vita ipsorum et alterius eorum ... solvendo. Ac pro-
  34. pactionibus antefatis domum, aream et ortum huiusmodi in laudabili dispocione tenendo pariter et observando. Sic tamen quod domus, area ortus
  35. et pactiones huiusmodi ad statim post obitus amborum coniugum predictorum ... ad fabricam pretactam
  36. deveniant ...
  37. Acta fuerunt hec in orto domus inhabitacionis domini
  38. Pauli de Rode, presbyteri in dicta ecclesia sancti Johannis perpetui beneficiati ... apud ecclesiam sancti Johannis predictam.
  39. Presentibus ibidem ... Waltero Back, utriusque iuris doctore
  40. canonico ecclesie beate Marie ad gradus Coloniensis, domino Ghyselberto de Porta, presbytero in dicta ecclesia sancti Johannis perpetuo beneficiato necnon
  41. Nycolao et Ghyselberto rectoribus sepefatis ac Johanne dicto Duysters de Brede, clerico prefate diocesis ...
  42. Et ego Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus Leodiensis diocesis ...
  43. notarius ...
Dorsaa1:
  1. Hees een malder roggen noch een malder roggen No 69 (Vander Weeghe),
  2. folio 113 verso (Legger ?) Rogge,
  3. 56 verso,
Nummer: 1580

1459 mei 25

  1. ... Anno a Nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo quinquagesimo quarto ... mensis
  2. maij die vicesima quinta ... personaliter constituti ...
  3. domini Wilhelmus Colenzoen, vicedecanus et capitulum ecclesie sancti Johannis ... tam pro se quam eorum successoribus dicte ecclesie futuris canonicis ex una necnon ... Johannes ... Degen et Aelbertus de Orten
  4. tamquam decani tam eorum quam Henrici Noeden licet absentis eorum condecani confraternitatis sanctorum Petri et Pauli iniuter inchoate nominibus ac Goeswinus Wolff, Johannes ... seemscoenmeker, Johannes vander Zijwijnden, Reymboldus de Os et Henricus
  5. de Arkel, opidani ac fratres opidi et fraternitatis predictorum tam suo quam omnium singulorum confratrum dicte confraternitatis presentium et futurorum nominibus pro quibus se fortes fecerunt ex altera partibus iamdicte partes ad ... pacificandum omnem questiones materiam ac ad
  6. evitandum litium eventus et expensarum onera inter dictas partes occasione cuiusdam nove structure in modum capelle sanctorum Petri et Pauli ... per dictam fraternitatem inchoate ac occupationis soli aliorum quod iurium parochialium ad dictos decanum et
  7. capitulum tamquam investitum dicti opidi pertinentium exortam et que successu temporis premissorum occasione exorire possit. Compromiserunt dicte partes et earum quelibet coninctim et divisim in venerabiles et ... dominos et magistros videlicet
  8. in dominum Gerardum Hoernken, presbyterum, artium magistrum, magistrum Gerardum Vlederacken, legum doctorem, magistrem Johannem Nonix, in dictibus artibus magistrum et Wilhelmum Dicbier, filium Johannis et Nicolaum Spierinck, opidanos et consules ...
  9. de Buscoducis licet absentes tanquam presentes tamquam in arbitros arbitratores et amicabiles compositores per predictas partes concorditer electos et sibi hincinde deputatos. Promittentes dicte partes et earum quelibet ad manus mei notarij
  10. publici subscripti legitime stipulantes vice et nomine omnium et singulorum quorum interest aut interesse poterat quomodolibet in futurum sub pena ... centum nobilium regis anglie ...
  11. pro una medietate opido de Buscoducis ... et pro alia medietatibus parti infrascripti observanti per partem non observantem ... Quod ipse partes et quelibet earum totum
  12. id et quidquid per dictos dominos arbitros ... iuxta formam ... cuiusdam papiri ceduele per predictos dominos vicedecanum et capitulum exhibite et presentibus iuxta moderacionem dictorum dominorum arbitrorum ...
  13. desuper factam inserte dictaverint et arbitrati fuerint eidem cedule ac contentis in eadem aliquid addendo vel subtrahendo prout eisdem dominis arbitris ... secundum Deum et
  14. discretionem eorum visum erit faciendum. Ratum gratum atque firmum perpetuo sine contradictione inviolabiliter observabunt ... partium predictarum quelibet. Sic tamen quod octavis articulis in dicta papiri cedula comprehensus et incipiens ITEM voir becommeringh des gronds der prochien etc. et de quo dicte partes se iam concordes esse assuerunt in suo pleno effectu quemadmodum in dicta cedula descriptus et integraliter permanebit hijs in premissis adiecto et condicionato
  15. quod predicti domini arbitri ... eorum sententiam arbitralem infra hinc et sabbatum pont festum sanctorum Petri et Pauli ... proxime futurum ferre et pronunciare debeant pariter et tenebuntur. Alioqui
  16. dicto elapso sabbato et huiusmodi sententia munime quod absit lata et pronunciata eedem partes et earum quelibet in causa et causis predicte fraternitati per prefatos dominos vicedecanum et capitulum coram reverendo ... domino Abbati monasterij sancte
  17. Gertrudis Lovaniensis occasione premissorum mota et motis quequidem causa seu cause huiusmodi de consensu partium hincinde predictarum usque ad prefatum sabbatum exnunc suspensa est ... ac si huiusmodi compromis sum minime
  18. inter dictas partes conceptum et factum fuerit procedere poterunt et debeant stabuntque dicte partes et earum quelibet in pristinium staum in quo ante presentem compromissionem hincinde fuerunt prout dicte parten hoc verum esse recognoverunt
  19. ac sibi mutuo sub pena ... predictorum promiserunt ...
  20. Acta fuerunt ... in loco capitulari memorate ecclesie sancti Johannis ...
  21. Presentibus ibidem ... dominis Arnoldo de Bruheze et Philippo de Bonynghen, presbyteris in dicta ecclesia beneficatis ac Johanne, filio quondam Michaelis Loy, dictorum dominorum
  22. vicedecani et capituli bastionario, clerico, predicte diocesis testibus ... SUBSEQUENTER ... quarta mensis julij ...
  23. domini arbitri ... huiusmodi arbitrij onere in eos sponte suscepto ac illius forma quantum melius potuerunt et debuerunt servata ne tempus videlicet sabbatum prescriptum preterire
  24. videantur et ob hoc dicte parten pristinis vexacionibus et incommodis de novo subiacent pro bono pacis ... visis per eos ut asseruerunt omnibus et singulis punctis ad premissa facienda
  25. eorumquod circumstancijs et alijs que in premissis necessaria eis videbantur tandem unanimiter inter dictas partes tulerunt eorum ac pronunciarunt arbitralem sententiam quemadmodum in papiri cedula per dictos dominos arbitros
  26. ... concepta ac per me notarium publicum infrascriptum de eorum mandato conscripta et publice in ... theutonico ...
  27. perlecta ... tenor de verbo ad verbum sequitur eb est talis. WANT seker ghescillen ... gheresen sijn tusschen den eerwerdighen heren Dekenen ende capittele van Sunte Jans
  28. ter eenre sijden ende die deken ende ghemeyn bruederscap van Sunte Peter ende Sunte Pouwels ... ter andere syden dair van sy in
  29. processe ... ghecomen syn voirden eerwerdighen vader ende heer den Abt van Sunte Gheertruden van Loven ende dair na om cost te scouwen ende om eendrachticheit ... te maken ...
  30. hebben hen die partyen voirseyde samentlyc ende eendrachtichlyc ghesubmitteert ... in ons meesteren Gherit Hoernken, priester, meester Gerit van Vlederacken, meester Jan Monix, Willem Dicbier
  31. Janssoen ende Claes Spierinck als seggers ende mynlike paysmekers ghelyc in desen openbaren instrument vanden selven partyen dair op begrepen claerliker van woerde te woerd boven bescreven ... is. Alsoe dat wij ...
  32. hebben eendrachtichhiken uutghesproken
  33. ... onse arbitrael sentencie ... ghelyc ende als volcomelyc hier onder van woerde te woerde bescreven steet der selver cedulen ons
  34. overghegeven nae volgich als wij naest konnen ende moeghen. INDEN IERSTEN segghen wy dat die bruederscap sal moeghen voert volmaken die capelle ghelyc sij die begonnen hebben ...
  35. Ende dair in moeten stichten ... een daghelijcsche mysse ende die renthen dair toe bewijsen opten hoghen ende principalen altaer der capellen. Ende sal elke mysse funderen volcomelyc
  36. tot op 12½ £ payments ofte in anderen goeden sekeren reynten bewijsen tot dier sommen ... van welker daghelijcscher myssen die selve bruederscap een mysse of twe funderen sal bynnen jaers
  37. nae datum derser uutspraken. Ende diere ghelijc twee myssen dair nae ten lanxten bynnen vyf jaeren naestcomende. Ende voirt die ander myssen die dair dan ontbreken sullen tot dat die dagelyx mys volcomen is. Alsoe
  38. cortlyck ende soe schier als hen alsoe vele erfliker reynten ende goede aen sullen moeghen comen als totter yerster myssen syn ghedeputeert ghelyc voirseyde is. Dair in wy die conscientien der dekenen vander bruederscappen
  39. voirseyde die nu syn ende wesen sullen belasten ende beswaren. Item op dat die stichtinhe der dachlycscher myssen voirseyde cortliker mach woirden vervuilt soe sal die bruederscap alle die erfrenten ende erfgoeden die
  40. der capellen beset off ghegeven sijn off ghegeven sullen worden ordineren ende saicken totter voirseyde daghelycscher myssen ter tyt toe dat die seven myssen ghesticht syn ... Behoudelyc alleen die erffenisse
  41. die welke inder wairheit ... der capellen bequemelyc sullen sijn om die stede der capellen te breyden. Ende oec behoudelyc al sulke goede als ennighe uut sunderlingher begerten sonder van yemont
  42. daer toe ghebracht ofte gheinformeert tot ennighen anderen ghebruyke bekeert woude hebben dat die tot sulken ghebruyke bekeert sullen moegen worden als die dat begeren sullen. Item die bruederscap of huer dekenen
  43. sal yerstmael moeghen noemen ende dair na niet meer den yersten rectoer der capellen den here vanden capelle welken iersten alsoe ghenoemt ende voertaen alle andere rectoers dai nae ...
  44. die voirseyde heren vanden capittele sullen presenteren den archidiake ende des ghelijx sal ghescien tot allen anderen beneficien ende altaren die welke nae dien dat dat hoogh altaer na ordinancie voirseyde tot eenre
  45. inder capellen alsoe voel myssen als haer sal believen nadien dat die voergenoemde dagelyx mys ghefundeert is ende niet eer. Item die rectoer wesen sal der capellen sal syn priester inder tyt als hij ghepresenteert
  46. sal werden of van al sulken jaren ende abel dat hij bynnen jaers als hy vry possessie vander capellen heeft priester sal moeghen werden. Ende en is hy egheen priester soe sal hy bynnen jaers priester moeten werden
  47. ... ende selver die capelle verdienen. Ende alsoe sullen die dekenen der capellen die myssen doen doen alsoe lange dat die rectoer die capelle selve verdient op die last der renten. Ende als die rectoer vander
  48. bruederscap daertoe versocht wordt soe sal hy bynnen eenre maent moeten thoenen ende by brenghen voerden heren vanden capittele met getughen of met brieven dat hij priester is worden. Ende of hy dat alsoe niet by
  49. en brocht soe sal hij vander capellen beroeft worden. Ende die heren vanden capittele sullen dan moeghen enen anderen dair toe bequame sonder ennich wege van recht dair in te versueken of te verwerven den voirscreven
  50. archidiaken presenteren vanden selven ingeset te woerden als ghewoenhic is. Item die rectoer vander capellen sal sijn myssen lesen van Paechen tot Bamys toe tot VII uren ende van Bamys tot Paeschen tot VIII
  51. uren of dair omtrent. Ende allen sondagen ende inden vier hoochtijden, allen Onser Vrouwer daghen, onses patroens dach Ascensie ende des heyligen Sacraments ende kermys dach allet jaer lanx te tien uren
  52. of dair om trent. Ende off hij waer in ennighe versuemenisse dair af sal hy betalen moeten enen auden groeten alsoe diewerff als dat gheboren sal die welken bekeert sal werden tot wijne daermen mysse
  53. inder capellen mede sal doen. Item die bruederscap sal moeghen een scelle ofte een klock hangen oft doen hangen inden toren of ander capellen metter welker sy sullen luyden oft doen luyden den dienst Goeds
  54. alsoe dicke als des noet sal syn. Item op alle sunte Peters ende sunte Pauwels avont ende dach ende opten kermys avont ende kermys dach sullen die gebrueders der gulden op haeren cost moeghen doen singhen
  55. vesper ende mysse nae dien dat dien daghe bequaem sijn sal vanden rectoer der capellen. Ende op dien dach voirseyde sullen sy moeghen hebben een sermoen oft een collacie inder capellen van ennighen vanden vicecureyten van Sunte Jans
  56. ofte van ennighen anderen notabilen persoen dien de dekenen der bruederscappen dair toe kiesen sullen behoudelyc datmen die voirseyde vespere beghinnen sal nae dien dat die vesper in Sint-Jans kercke ghedaen sijn sal. Ende die mys
  57. te tyen uren of dair omtrent. Ende soe wanneer ennighe van desen daghen opten sondach coemt ende dan die bruederscap sermoen sal willen hebben dat dan dat sermoen ghescien sal naden middach op dat tfolck vanden sermoen
  58. ende die ghebode te horen in sijnre prochikerke niet verteghen noch vervremt en werde. Item dat die brueders wijwater moeghen doen maken ende werpen op alle Sunte Peters- ende Pauwels dagh ende kermys
  59. dach voirseyde. Item voir betemmeringh des gronds der prochien dair die capelle op staen sal of op steet dair ander prochianen op ghewoent hebben ende woenen mochten ende voir ander offerhande die sullen gheoffert
  60. worden tsi inden stocken ofte opten altaren ende voertaen voir eerwerdicheit diemen der prochikerken sculdich is te doen sal die bruederscap den heren vanden capittel als hueren persoen betalen alle jaer ewelyc te Sunte Jans
  61. mys Baptist 5 £ payments, welke 5 £ die bruederscap als si sal wil sail moegen lossen ende quijten elc pont met seven rijns gulden ... behoudelyc voertmere dat recht der moeder kercken
  62. in allen anderen dinghen geheele ende onghequets. Item om te verder rast ende vrede te crijghen ... soe segghen wij dat en ieghelic
  63. vanden partyen sijnen cost van synre weghen ghedaen draghen sal sonder yet te eyschen die een vanden anderen ...
  64. Behoudelyc ons onse declaracie
  65. ... inden ghevalle ofte ennighe twivelinghe ofte twiste gheboerden in ennighen vanden punten voirseyde als dat gheboeren sal
  66. Acta fuerunt ... in loco capitulari memorate ecclesie sancti Johannis ...
  67. Presentibus ibidem ... Johanne Eyckman, viceplebano, Jacobo, filio Pauli de Vessem et Wilhelmo, filio
  68. Yewani Spierinck, presbyteris in dicta ecclesia beneficiatis ...
  69. Et ego Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus Leodiensis diocesis ...
Nummer: 1857

1459 juni 22

Johannes Monix, zoon van Johannes, en Henricus Heym, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus de Huesselingen, Goyarts soen, aan magister Arnoldus de Weylhusen beloofd heeft te betalen 15 £ groten Vlaams geld.
Dorsaal: pro fabrica de Buscoducis.
Zegels: (afhangend) beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0616

1459 juli 24

des dorden dages na sunte Maria Magdalenen dach

Goedert vander Aelsfoirt en Symon Jan Hollants som, schepenen in Herpen, oorkonden dat Arnt Claes soen aan Arnt Goederts som overgedragen heeft een gerechtelijk opgemaakte brief van Herpen betreffende de goederen van Rutgher Boeven en een schepenbrief van Den Bosch die Rutgher had gegeven aan Arnt Claes soen, betreffende zijn goederen volgens de inhoud van die 2 akten en dat Arnt Claes soen van die goederen afstand heeft gedaan.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0617

1459 juli 26

opten vierden dach nae Sunte Maria Magdalenen dach

Goedert van der Aelsfoirt en Symon Jan Hollants, schepenen in Herpen, oorkonden dat Arnt Claes soin beloofd heeft, dat, als Arnt Goederts soen het testament intrekt waarin sprake is van een mud rogge, die Sunter Claes Cappel te Macharen hem jaarlijks schuldig is uit de hoeve, die joffrou Stijnen van Gheel vroeger bezat, maar nu aan Arnt Claes soin toebehoort, hij dan aan Arnt Goederts soen de akte zal overhandigen waarin sprake is van een jaarlijke mud rogge uit een kamp, Rutgher Boevenkamp genoemd, gelegen in het Ryebroeck.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0618

1459 september 4

Nycolaus Spierinc en Johannes Monix, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Aelbertus die Loze, zoon van wijlen Joahnnes die Loze, aan Ponthenerus Kepken, zoon van wijlen Judocus Kepken, overgedragen heeft een erfpacht van ½ mud rogge uit de helft van een kamp, 3 morgen groot, in de parochie Roesmalen op de plaats Die Dyept tussen de openbare weg aan een zijde en het erfgoed van Willelmus Noet, Arnoldus en Johannes de Oyen, broers, en verscheidene anderen aldaar aan de andere zijde, welke pacht Henricus, zoon van wijlen Johannes Henric Rycouts soens soen, beloofd had te betalen aan Aelbertus die Loze.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0619

1459 september 20

Nycolaus Spierinc en Johannes Monix, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Willelmus Jans soen, aan Johannes de Lytt, timmerman, zoon van wijlen Johannes, verkocht heeft een erfpacht van 7 zester rogge uit:
  1. huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen, 2 mudzaat groot, in de parochie Roesmalen op de plaats Heze tussen het erfgoed van Johannes Witmeri aan een zijde en het erfgoed van Johannes Roelofs soen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan de hierna genoemde kamp van de verkoper,
  2. die zelfde kamp, 2 morgen groot, tussen het erfgoed van Johannes Witmeri aan een zijde en het erfgoed van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap in Den Bosch aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van de verkoper tot aan Die Weteringe,
  3. 6 vatzaten land tegenover het genoemde huis tussen het erfgoed van Gerardus Claeus soen en de erfgoederen van wijlen Rodolphus vander Hagen aan een zijde en het erfgoed van Johannes Witmeri aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de gemene gronden Die Duynhalm tot aan de openbare weg.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel fragment.
Nummer: 0620

1459 oktober 7

  1. Wy Bauken die Sterck Janssoin ende Dirck die Stout Janssoin scepen in Driel tughen dat voir ons comen is
  2. Aert Loedewichs Kemellers soin ende heeft vercoft ... voir hondert gouden gulden goet ende ghene die
  3. hij ghiede dat hem betaelt sun twe merghen lants geheiten thgemein stuck ...
  4. inden ghericht van Hossem tusschen den dijck off dijckavelinghe aen deen sijde ende erf-
  5. nisse geheiten clieskeimpken aen dander sijde voert die voirseyde erfnisse tlieskeimpken ...
  6. tusschen die erfnisse geheiten tgemein
  7. stuck voirseyde aen deen syde ende Jan van Rossem heren tot Zoelen aen dander syde Yden Goisswyn Loedewichs soins
  8. dochter in enen eyghendom sonder dijck ende sonder thijns erflijck the besitten ende Aert Loedewichssoin ...
  9. In orconde
  10. onser litteren gegeven int Jaer ons Heren MCCCC neghenendevijftich des sonnendaechs nae sunte Bavendach
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
N.B.: Deze akte vormt transfix met akten van 1466 december 28; 1482 december 6; 1485 mei 27.
Nummer: 1286

1459 oktober 17

Johannes Steenwech en Theodericus de Beerze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lambertus, zoon van wijlen Lambertus, zoon van Theodericus, zoon van wijlen Lambertus vanden Hoevel, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van Nycolaus, zoon van wijlen Johannes vander Stegen, overgedragen heeft een erfcijns van 30 schelling uit een zekere hofstad op Die Zijle tussen het erfgoed van Henricus die Cort aan een zijde en het erfgoed van Goeswinus die Bruyn aan de andere zijde, welke cijns Nycolaus Coel die Bresser van Johannes, Matheeus soen, witleerbereider, verkregen had en van welke cijns Lambertus, zoon van Theodericus, zoon van wijlen Lambertus vanden Hoevel, 1/3 deel tegelijk met 1/3 deel van een erfcijns van 20 schelling van Lambertus, zoon van wijlen Johannes, zoon van wijlen Lambertus vanden Hoevel, en van Symon, Arts soen, verkregen had. De hofstad staat nu bekend als eigendom van Dorffa, genoemd Dorff, weduwe van Judocus die Smyt.
Dorsaal:
  1. decani sanctorum Petri et Pauli in Buscoducis.
  2. des brief sy in dauden huys bey sunte Peter kappel.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1166

1459 oktober 18

Johannes Dicbier, zoon van Johannes, en Johannes Neve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Nycolaus, zoon van wijlen Johannes vander Stegen, aan Rutgerus de Arkel, ten behoeve van de dekens van de Sint-Petrus en Pauluskapel overgedragen heeft:
  1. een erfcijns van 30 schelling gaande uit een zekere hofstad op Die Zijle tussen het erfgoed van Henricus die Cort aan een zijde en het erfgoed van Goeswinus die Bruyn aan de andere zijde, welke cijns Nycholaus Coel die Bresser van Johannes Matheeussoen, witleerbereider, verkregen had en welke cijns Lambertus, zoon van Theodericus, zoon van wijlen Lambertus van den Hoevel verkregen had,
  2. een erfcijns van 40 schelling, gaande uit het huis, erf en hof van Nycholaus Post, zoon van wijlen Franco Post, aan het einde van de Orthenstraat tussen het erfgoed van wijlen Laurentius Vanny aan een zijde en het erfgoed van Johannes Heer, zoon van wijlen Godefridus Heer, aan de andere zijde, welke cijns Rutgerus de Arkel ten behoeve van Nycolaus, zoon van wijlen Johannes vander Stegen, van Nycolaus Post gekocht had,
  3. een erfcijns van 55 schelling gaande uit de hofstad aan het einde van de Orthenstraat tussen het erfgoed van Willelmus vander Hullen aan een zijde en het erfgoed van Woltherus Maer aan de andere zijde, welke cijns Henricus, zoon van wijlen Johannes Soenkens, beloofd had te betalen aan Matheus Ghegel, zoon van wijlen Johannes de Os, en welke cijns Nycolaus, zoon van wijlen Johannes vander Steghen, van Johannes de Os, zoon van wijlen Johannes de Os, verkregen had,
  4. een erfcijns van 3½ pond, gaande uit het huis, erf en hof aan het einde van de Orthenstraat achter het huisje met het Mariabeeld aldaar tussen het erfgoed van Egidius van Ham aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Willelmus vander Sluysen aan de andere zijde, welke cijns Nycolaus Janssoen vander Steghen van Bernardus, zoon van wijlen Alardus Butensluys, gekocht had,
op voorwaarde dat de dekens van de genoemde kapel altijd verplicht zullen zijn om op elke maandag in die kapel door de rector van de kapel een mis te laten opdragen voor het zieleheil van Nycholaus en als de rector dit nalaat kunnen en moeten Nycholaus of zijn erfgenamen deze cijnzen voor een ander goed doel gebruiken.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1754

1459 november 16

Martinus de Rode en Johannes Steenwech, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Amelius de Rode, aan Johannes, zoon van wijlen Laurentius vanden Bredeacker, verkocht heeft een erfpacht van ½ mud rogge uit een huis, erf, hof en akker die daaraan grenst, 10 lopenzaat groot, in de Sint-Lambertusparochie in Vucht op de plaats Inden Ganspoel tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Godefridus de Dommelen en van wijlen Laurentius, zoon van wijlen Laurentius Bullen, aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Lodovicus Skocx aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de gemene gronden tot aan het openbare pad.
Dorsaal: Idem een mauder rogh tot Vucht nu Henricx Melis solvit.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 0621

1459 november 25

Daem van Os, Peters sone, Lode die Hollander, Willem Heyne, Crabben sone, Heyne Ghiben sone, Peter Hellinc Broes, Gherits sone, en Everit, Jans sone, schepenen in Maren, oorkonden dat Wouter Jan Wouters soens sone aan Willem Rutgher Goessens sone heeft opgedragen:
  1. ½ morgen op Dye Loeten tussen het erfgoed van de erfgenamen van Arnt Wolfarts aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van Goeyart van Dommelen aan de andere zijde,
  2. ½ morgen naast Goeyarts erf vanaf de openbare weg tot aan het Rucvenne,
met als lasten: 2 vadem Maasdijk tegen Die Ruysschen tussen het erfgoed van Loey Damen soens erfgenamen aan een zijde en het erfgoed van Peter Dyrck Vrieven sone aan de andere zijde.
Zegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0622

1460 januari 8

  1. ... Quod Anno a Nativitate Eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo
  2. ... mensis januarij die octava ...
  3. personaliter constitutus ... dominus Andreas ... Boynre-
  4. mans, presbyter, filius quondam Pauli, rector capelle beatorum Petri et Pauli apostolorum in Buscoducis ...
  5. Item legavit ... fabrice ecclesie sancti Lamberti Leodiensis quartam partem unius floreni et Domme Nostre
  6. totidem. Item cappelanis dimidium et custodibus eorum cuilibet unum stuferum hijs omnibus semel persolvendos. Insuper legavit ...
  7. fabrice predicte capelle beatorum Petri ... a. et h.p. duorum modiorum siliginis
  8. ... ex omnibus et singulis bonis dicti testatoris
  9. mobilibus et immobilibus ... necnon censibus redditibus ac pactionibus eidem testatori de morte dicti quondam Pauli, sui patris,
  10. iure successionis her. advolutis quocumque locorum ... cum condicione quod heredes dicti testatoris dictam pactionem duorum
  11. modiorum siliginis infra annum datam presentem immediate sequendam redimere ... poterunt cum 50 aureis ... peters ...
  12. et cum pactione anni redemptionis. Item dictus testator legavit Johanni, filio naturali Johannis, fratris dicti testa-
  13. toris unum maldrum siliginis h.p. quod Paulus, frater dicti testatoris, ex suis bonis sibi solvere tenetur ab eodem Johanne, nepote suo, statim
  14. post obitum dicti testatoris iure her. hab. et poss. Item pro sepultura et anniversario dicti testatoris legavit conventui fratrum minorum in Busco-
  15. ducis 5 florenos renenses quos converti et exponi solvit in h. redditu ad opus dicti conventus ...
  16. Acta fuerunt
  17. hec in domo inhabitationis dicti testatoris ... in Vico Orthensi ... Presentibus
  18. ibidem domino Johanne de Woensch, Laurentio, filio Laurencij Vanny, Henrico filio Laurencij et Henrico, filio Arnoldi,
  19. opidanis opidi de Buscoducis ...
  20. Et ego Johannes de Zweensberghen, clericus Leodiensis dyocesis ... notarius ...
Nummer: 1755

1460 januari 11

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono

Arnoldus Berwout, zoon van Rodolphus, en Johannes Neve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Johannes Bernts, wandsnijder, aan Arnoldus de Huesselingen Goyarts soen beloofd heeft te betalen 18 rynsch gulden op vermaning van Arnoldus.
Zegels: (afhangend) bovenste zwaar beschadigd, onderste kleine fragmenten.
Nummer: 0623

1460 januari 29

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono

Johannes Steenwech en Johannes Neve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Scoemaker, zoon van wijlen Willelmus Scoemeker, aan Michael, zoon van wijlen Petrus, zoon van wijlen Theodericus de Hall, verkocht heeft een erfcijns van 40 schelling uit het huis, erf, hof en aangrenzende erfgoederen, 5 lopenzaat groot, in de parochie Scynle op de plaats Aen Delschot tussen het erfgoed van Elizabeth, weduwe van Henricus de Aa, zoon van wijlen Henricus, en haar kinderen en van Johannes Spollair aan een zijde en het erfgoed van Johannes vanden Cuylen, zoon van wijlen Arnoldus, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Beatrix, dochter van wijlen Willelmus vanden Eynde, tot aan de openbare weg.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1287

1460 maart 22

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono

Arnoldus Berwout, zoon van Rodolphus, en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Margareta, dochter van wijlen Rodolphus de Tephelen, weduwe van Henricus de Kalkers, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de Sint-Petrus- en Pauluskapel heeft overgedragen de helft die zij bezat in een zeker huis dat vroeger was van Lambertus, zoon van wijlen Rodolphus de Tephelen, broer van Margareta, aan het einde van de Orthenstraat tussen die kapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde, zich met beide einden uitstrekkend tot aan de openbare wegen aldaar.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1167

1460 maart 22

Arnoldus Berwout, zoon van Rodolphus, en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van wijlen Hermannus, Willems soen, en van wijlen Mechteldis, zus van wijlen Lambertus, zoon van wijlen Rodolphus de Tephelen, Theodericus en Rodolphus, broers, kinderen van wijlen Gerardus de Tephelen, broer van wijlen Lambertus, en Willelmus, zoon van wijlen Rutgerus, Jans soen, wettige echtgenoot van Jutta, dochter van wijlen Gerardus de Tephelen, en Aleydis, dochter van wijlen Arnoldus Stalpart en van wijlen Jutta, zus van wijlen Lambertus, ten gunste van de fabriek van de Sint-Petrus- en Pauluskapel afstand hebben gedaan van de helft van een huis en erf met al zijn rechten, dat vroeger van Lambertus, zoon van wijlen Rodolphus de Tephelen, was op het einde van de Orthenstraat tussen de Sint-Petrus- en Pauluskapel aan een zijde en het erfgoed van Johannes de Tuyl, perkamentmaker, aan de andere zijde, welke helft Rutgerus de Arkel van Margareta, dochter van wijlen Rodolphus de Tephelen, verkregen had.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel fragment.
Nummer: 1168

1460 april 4

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono

Arnoldus Berwout, zoon van Rodolphus, Martinus de Rode, Johannes Steenwech, Johannes Meve en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Spierinc, als procurator van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch, door een uitspraak van schepenen in Buscoducis in het bezit werd gesteld van een huis en erf in de Hijnthamerstraat tussen het huis en erf van Henricus, zoon van Steffaen, aan een zijde en het huis en erf van Bits, smid, aan de andere zijde, wegens het in gebreke blijven van de betaling van een cijns van 10 schelling welke Petrus vanden Steenweghe van Theodericus Loeff de Osse, smid, gekocht had op 1312 april 9 (dominica Misericordia) en dat vervolgens Johannes Spierinc deze inbezitstelling aan Gerardus Moll de Driel had overgedragen en hem de volmacht gegeven en dat Gerardus aan Petrus, zoon van wijlen Ancelmus vanden Woude, dit huis en erf verkocht heeft.
Dorsaal:
  1. Dit syn die brief vander platsen daer die capel op staet.
  2. Hier is het bescheet van datmen de capel (? icht) niet en (ma ? ge ?)
Zegels: 1e, 2e, 3e en 5e zegel ontbreken, 4e zegel klein fragment.
Nummer: 1288

1460 april 7

anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono

Johannes Steenwech en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Willelmus Back Gruyter en Elisabeth, zus, van Heylwig, vrouw van Willelmus, aan Egidius Haze, linnenwever, en aan Luta, zijn vrouw, hadden gegeven een erfgoed in de Weverhuls tussen het huis van een zekere Brien aan een zijde en het huis van Heylwig de Ghilze aan de andere zijde, tegen de cijns aan de hertog en 30 schelling en dat vervolgens Willelmus, zoon van wijlen Michael de Oesterwijck, aan Godefridus Boest ten gunste van Beatrix, dochter van wijlen Gerardus de Spina, had overgedragen de helft van dat erfgoed met de gebouwen op die helft, namelijk die helft welke ligt tussen het erfgoed van Arnoldus Dryhellinc aan een zijde en het erfgoed van de zusters van de Derde Orde van Sint-Franciscus, aan de andere zijde, en dat vervolgens Beatrix aan de kerkfabriek van de Sint-Jan die helft met haar gebouwen had vermaakt. Goeswinus Toelinc en Nycholaus Spierinc zijn nu als meesters van de kerkfabriek voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Petrus Steenwech die helft met de gebouwen gegeven tegen betaling van:
  1. de grondcijns aan de hertog,
  2. een erfcijns van 5 schelling (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling)
  3. een erfcijns van 10 £ aan de kerkfabriek.
Dorsaal:
  1. Numero 47 (Vander Weeghe)
  2. Nu Mr. Jan (Scheckels ?) V £ ende Heer ende Meester Henrick Vranck V £.
  3. folio 38 verso et folio 39.
  4. folio 70 et 71.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1289

1460 mei 10

Johannes Steenwech en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Everardus vanden Water, wettige echtgenoot van Rycarda, dochter van wijlen Petrus Wytmeri, zoon van wijlen Wennemarus, aan Theodericus de Strathem, zoon van wijlen Egidius, overgedragen heeft een erfcijns van 5 £ uit een zekere hofstad in de straat die zich uitstrekt van de Colperstraet naar de Langecolperstraet tussen het erfgoed van Nycolaus de Ryel aan een zijde en het erfgoed van Henricus Diemeyer de Loen aan de andere zijde, welke cijns Johannes Loy, zoon van wijlen Henricus Loyen, verschuldigd was aan Henricus vanden Perie.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0624

1460 mei 10

Johannes Steenwech en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Everardus vanden Water, wettige echtgenoot van Rycarda, dochter van wijlen Petrus Wytmeri, aan Theodericus de Strathem, zoon van wijlen Egidius, overgedragen heeft een erfcijns van 40 schelling uit een huis en erf in de straat die loopt van de Colperstraet naar de Langcolperstraet tussen het erfgoed van Nycolaus van Ryel aan een zijde en het erfgoed van Henricus die Meyer aan de andere zijde, welke cijns Petrus Wytmeri, zoon van wijlen Wennemarus, van Arnoldus Rover de Porta verkregen had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 0625

1460 juni 5

Johannes Dicbier, zoon van Johannes, en Johannes Neve, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Philippus, zoon van wijlen Theodericus de Heeswyck, aan Theodericus, zijn broer, zoon van wijlen Theodericus, verkocht heeft een erfpacht van ½ mud rogge op de plaats Op Boekel in de hoeve Die Esterste Hoeve tussen het erfgoed van Goeswinus Arts soen aan een zijde en het erfgoed van Henricus Thiens soen aan de andere zijde, zich met beide einden uitstrekkend tot aan de gemene gronden.
Dorsaal: Flyps roeg.
Zegels: beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0626

1460 juli 10

Acta ... in domo habitacionis ... testatorum in vico ecclesie prope turrim ecclesie parochialis

Notaris Petrus Mollenair, priester van het bisdom Traiectum, instrumenteert het testament van Thomas Landmeter, kleermaker, zoon van wijlen Wilhelmus, en van Mechteldis Bongiers, echtgenoten, burgers van Den Bosch waarin zij het volgende bepaald hebben:
  1. Zij legateren de kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 2 stuivers na de dood van van de eerste van hen.
  2. Zij legateren Onze Lieve Vrouw en Sint-Jan in Den Bosch ieder van hen evenveel en op dezelfde wijze.
  3. Zij legateren de kapelaans die die zielzorg in de Sint-Jan hebben 2 stuivers op dezelfde wijze.
  4. Zij legateren de kosters van dezelfde kerk 1 stuiver op dezelfde wijze.
  5. Zij legateren hun naaste erfgenamen 1 maal 1 oude groot waardoor zij van alle andere goederen, voor zover het niet met het gewoonterecht ter plaatse strijdig is, uitgesloten worden.
  6. Zij hebben aan de langstlevende van hen beiden vermaakt hun woonhuis en erf in de Kerkstraat en al hun andere roerende en onroerende goederen meteen na de dood van de eerste van hen en de langstlevende kan hierover vrij beschikken zover het niet in strijd is met het plaatselijk gewoonterecht.
  7. De erflaters hebben zich en ieder van hen afzonderlijk het recht voorbehouden om dit testament te herroepen en in zijn geheel of gedeeltelijk te veranderen.
Met als getuigen: Wilhelmus, zoon van Arnoldus Sceymeker, Nicolaus Bongiers en Godefridus, zoon van Johannes Monix.
Nummer: 1581

1460 september 5

Martinus de Rode en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes Spierinc, als magister en rector van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch, met toestemming van Johannes Steenwech, provisor van dezelfde Tafel, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen de volgende cijnzen welke de kerkfabriek aan de Tafel verschuldigd is:
  1. erfcijns van 10 schelling,
  2. erfcijns van 33 penningen uit het erfgoed van wijlen heer Ghiselbertus de Bakel, later van wijlen heer Everardus de Doernen, priesters, nu echter van die fabriek,
  3. een erfcijns van 8 schelling en 6 penningen en een erfcijns van 10 schelling uit het erfgoed dat vroeger van Johannes de Vucht, later van Everardus Bucs, voller, was en nu van die fabriek,
  4. een erfcijns van 15 schelling uit het erfgoed van wijlen Godefridus Keteleer en van Arnoldus de Vucht, later van Willelmus Gele, nu echter van die fabriek,
  5. een erfcijns van 5 £, 4 schelling en 2 penningen uit het erfgoed dat vroeger van Truda Passenants was, later van Johannes Mersen, later van Nycolaus de Lyere, nu echter van die fabriek,
  6. een erfcijns van 5 schelling uit het erfgoed dat vroeger van Johannes de Beerze was, later van Johannes Boden, later van Goeswinus Herinx, nu echter van die fabriek,
  7. een erfcijns van 20 schelling uit het erfgoed dat vroeger van Franco Herinx was, later van Goeswinus Herinx, nu echter van die fabriek,
  8. een erfcijns van 17 £ uit het erfgoed van wijlen Margareta Moedels, nu echter van die fabriek.
Dorsaal: Item hier tegen is den heyligen gheest anderen tzijns opgedragen anno LX.
Zegels: linkerzegel onbeschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1290

1460 september 5

Johannes Dicbier, zoon van Johannes, Martinus de Bode, Johannes Steenwech, Johannes Neve en Henricus vander Merendonck, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Bartramus, zoon van wijlen Johannes Bartrams soen, in het bezit werd gesteld door een uitspraak van schepenen in Buscoducis van alle goederen van Katherina, dochter van wijlen Johannes Hals, zoon van wijlen Johannes Femyen soen, omdat zij in gebreke was gebleven bij de betaling van lasten en verplichtingen uit:
  1. akker, 1 mudzaat groot,
  2. aangrenzende kamp, 3 mudzaat groot, in de parochie Gestel bij Herlaer op de plaats Die Dungen tussen het erfgoed van Willelmus Boen aan een zijde en het erfgoed van Hubertus Lodewijchs en van de kinderen van Willelmus Lodewijchs aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan het erfgoed van Johannes Peters,
  3. alle afhankelijkheden van die akker en kamp,
welke akker en kamp Bartramus van Katherina op 7 september 1453 gekocht had en waarbij Katherina beloofd had alle lasten en verplichtingen uit die goederen voor haar rekeningen te zullen nemen uitgezonderd een grondcijns van 3 oude groten en erfpachten tot een totaal van 5 mudzaat rogge. In de akte van 1453 blijkt dat er door Katherina een erfpacht van 2 mud rogge aan Alardus Alarts soen betaald moest worden. Bartramus had deze inbezitstelling aan Gerardus Moll de Driel overgedragen en vervolgens heeft Gerardus aan heer Henricus de Eyck, verkocht heeft huis of de 2 kamers in de straat achter de toren van de Sint-Jan die vroeger van Katherina waren. Deze verkoop heeft echter plaatsgevonden op voorwaarde dat die 2 kamers onderworpen zullen zijn aan het land en burenrecht samen met de andere wereldlijke goederen.
Zegels: 1e, 4e en 5e zegel zwaar beschadigd, 2e zegel ontbreekt, 3e zegel licht beschadigd.
Nummer: 1582

1461 januari 10

Acta ... in domo dicta die loodse prope et ad cymiterium dicte ecclesie

Notaris Gerardus Lamberti de Berlichem, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Hadewig, weduwe van Jacobus Stewech, wettige echtgenote van Daniel Noyen, burgeres van Den Bosch, in aanwezigheid en met toestemming van Daniel, aan Nycolaus Spierinck en aan Ghiselbertus Haeck, meesters van de fabriek van Onze-Lieve-Vrouw, in de Sint-Jan, ten gunste van diezelfde fabriek, gegeven heeft het vruchtgebruik en alle rechten die Hadewig heeft in de zekere helft van een kamp, Die Dyepte, 3 morgen groot, in de parochie Roesmalen op de plaats Hynden, welke helft Jacobus aan die fabriek in zijn testament vermaakt had en die de fabriek meteen na de dood van Jacobus en Hadewig in bezit zou krijgen. Met als getuigen: magister Nycolaus Bogyers en Paulus Anmeester de Straelsborch, steenhouwers en burgers van die stad.
Dorsaal: Item 1½ morgen lands tot Roesmalen beseet Jacop Steenwech Goessen soen.
Nummer: 1291

1461 februari 4

Acta ... in camera domus habitacionis mei ... in vico Hinthamensi

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert het testament van Arnoldus Goyaertssoen van Huesselingen, burger van de stad Den Bosch, waarin hij de volgende legaten heeft gedaan:
  1. De kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal na zijn dood 1 Arnhemse gulden.
  2. De kerkfabriek van de Sint-Jan evenveel op dezelfde wijze.
  3. Het Sint-Barbarabeeld in het nieuwe Mariakoor in die zelfde kerk ter versiering daarvan 1 maal 2 postulaatguldens.
  4. De nieuwe Onze Lieve Vrouw naast de toren om dat te versieren en ten gunste van de kerkfabriek zijn hoeve of zijn 2 hoeven in de parochie Herpen op de plaats Scaeywijck, welke 2 hoeven door de erflater tot 1 hoeve zijn samengevoegd met alle huizen, gebouwen, akkers, landerijen, beemden, weiden, houtgewas, hei, gemene gronden, vee, afhankelijkheden en rechten die bij die hoeve horen, zoals Arnoldus ze tegenwoordig bezit meteen na de dood van de erflater. De kerkfabriek zal hieruit alleen de hierna vermelde lasten betalen.
    • De Onze-Lieve-Vrouwe-Broederschap in plaats van 1 oude schuld die die erflater verschuldigd is 1 maal 6 rijnsgulden,
    • De Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch ten gunste van de armen een erfpacht van een ½ mud rogge of in plaats daarvan 1 maal 20 peters in gereed geld.
    • Het Grootziekengasthuis in Den Bosch ten gunste van de armen 5 identieke peters.
    • Anthonius de Oeffel 1 maal 50 rijnsgulden.
Hij heeft bovendien bepaald dat in het geval dat hij in de toekomst wat in zijn testament zal veranderen hij dit legaat aan de kerkfabriek niet zal herroepen. Hij heeft bovendien bepaald dat al de roerende en onroerende goederen die hij zal nalaten bezwaard zullen zijn met de lasten uit de tijd van zijn overlijden. Met als getuigen: Johannes Ric, beneficiant en Johannes de Dynther de Rode, koopman van de Sint-Jan, Ghyselbertus Haeck en Nicolaus Spierinck, raadslieden en Antonius de Oeffel, burgers van Den Bosch.
Nummer: 1789

1461 februari 4

Acta ... in ecclesia sancti Johannis

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, maakt op verzoek van de officiaal van Leodium, gedateerd op 1460 september 11, een grosse van het testament van wijlen Andreas die Lu, meester van de kerkfabriek van de Sint-Jan, dat wijlen notaris Gerardus de Grotel op 1454 maart 25 in zijn protocol heeft geschreven en waarvan hij door zijn dood geen officiele akte heeft kunnen maken. De officiaal heeft dit verzoek aan Johannes Amelrici de Buscoducis gedaan op verzoek van Goeswinus Toelinc, Ghiselbertus Haeck en Nicolaus Spierinck, meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan. Met als getuigen: heer Bartholomeus de Campo en Johannes Kuc, priesters in de Sint-Jan en eeuwige gebeneficieerden.
Dorsaal: testamentum quondam Andree die Lu ( ? ) H. de Uden.
N.B.: Zie voor de inhoud van het testament van Andreas die Lu de datum waarop het oorspronkelijk werd opgesteld.
Nummer: 1789

1461 februari 4

  1. et post obitum dictorum coniugum amborum participenda ... ex domo et mansione dicti testatoris cum suis attinenijs ...
  2. ad vicum ... opten Papenhuls quas idem testator ad presens inhabitat. Item ... testator dixit se dudum acquifuisse coram scabinis in B.D. erga Johannem de Heerzel, maritum ...
  3. Mabelie ... , filie quondam Johannis die Penu, a. et h.p. duorum modiorum sil. ... quam pactionem Mercelius, filius
  4. quondam Henrici ... Voegel, promiserat se daturum ... dicte Mabelie ...
  5. ex pecia terre ... Die Brake et pecia terre ... Die Cromme Driesch in parochia de Gestel prope Herlair ad locum ... Thede ...
  6. necnon erga erga Leonium, filium dicti quondam Johannis de Penu, a. et h.p. duorum mod. sil. mensure de Erpe, quam ...
  7. Leonius promiserat se daturum ... dicto testatori ... ex domo, area et
  8. orto et her. sibi adiacentibus cum omnibus suis attinentijs olim Johannis vanden Grave ... in parochia de Erpe ad locum ... Die Laren ...
  9. quas pactiones ... testator ad Theodericum, filium quondam Johannis de Penu, pertinere quia easdem per dictum Theodericum cum
  10. suis proprijs denarijs emptas fuisse dicebat ut ergo eidem Theoderico de eisdem debita firma sive supportatum flat. Eapropter idem testator ...
  11. dedit ... dicte domicelle Elizabeth, sue uxori plenam et liberam potestatem ... predictas pactiones dicto Theoderico coram scabinis in
  12. Buscoducis supportanda et resignanda ac omnia et singula bona testatoris in promissione per dictam domicellam Elizabeth desuper facienda obliganda et ypothecanda. Subiuncta conditione
  13. tali quod dictus Theodericus dictas portiones non poterit vendere alienare seu quovismodo obligare nisi cum expressis consensu Johannis Spierincs et Henrici de Penu,
  14. fratris dicti Theoderici. Salvo etiam domicella Ode, matri dicti Theoderici, suo usufructum in ultima dicta portione duorum mod. sil. mensure de Erpe ... Insuper ... testator
  15. literam fiducialem scabinalem de Buscoducis mentionem de certa pactione faciendum ipsi testatori per Odam, filiam domicelle Ode, ipsius testatoris sororis, datam voluit rumpi cassari et annulari.
  16. ... Acta ... hec in domo
  17. inhabitacionis dicti testatoris ... opten Papenhuls. ...
Nummer: 1789

1461 februari 4

Acta ... in camera domus habitacionis mei ... in vico Hinthamensi

De inhoud van deze akte is identiek aan de voorgaande. De vorm van de akte is echter anders. Er is bij dit exemplaar gevoegd een briefje uit de 17e eeuw dat in het Nederlands een samenvatting geeft van deze akte.
Nummer: 1585

1461 februari 5

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo

Ghiselbertus Roesmont en Johannes Ghijselen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, zoon van wijlen Godefridus de Huesselingen, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen:
  1. zijn hoeve in de parochie Herpen op de plaats Scadewyc tussen het erfgoed van Bela de Os, dochter van Petrus, aan een zijde en het erfgoed van Petrus de Os aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan De Molengrave, samen met alle gebouwen, afhankelijke goederen en rechten,
  2. stuk moerasgrond, 5 morgen groot min 2 hont tussen het erfgoed van Arnoldus Selen aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van Symon Jans soen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf Den Molengrave tot aan het erfgoed van andere buren.
Dorsaal: Dit lant is vercoeft Jans kynderen van Os per nos magistros fabrice anno LXI.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0627

1461 februari 21

  1. ... Archidiaconus Campinie ... Noveritis quod pridem vacantiam altari
  2. sive vicaria sancti Willibrordi pro eius secunda fundatione in ecclesia Beghinarum ... et eum ? matus per mortem seu liberam resignationem quondam domini Petri de Busco presbyteri uitimi dum
  3. viveret rectoris eiusdem atque discreto viro Henrico, filio legitimo Hermanni de Bronchorst, clerico Coloniensis diocesis, per honorabilem virum dominum Johannem die Haze, presbyterum seu rectorem ... ecclesie beghinarum ...
  4. asserendum collacionem seu rectoris presentationem altaris sive vicarie sancti Willibrordi pro elus secunda fundatione supratacte ad sedeum vacatem seu rectore carere dinoscitur racione prefate sue investiture spectare ... ad
  5. altare sive eandem vicariam sancti Willibrordi nobis literatorie in Dei nomine presentato. Ipsiquod Henrico presentato super huiusmodi sua presentatione de persona ipsius nobis ut premittitur facta litteris proclamatiorijs per nos in forma
  6. consueta concessis et debite execucioni demandas harum vigore omnibus et singulis sua in et super dicto altari sive vicaria sancti Willibrordi dicendum et credendum quomodolibet interesse contra prefatum Henricum presentatum
  7. certo et competentem termino coram nobis citatis ad dicendum ... allegandum prout in pretactis nostris litteris proclamatorijs et earum execucione continebatur et continetur. Quoquidem citationem termino advenendum ac
  8. comparendum personaliter Leodij in iudicio coram nobis prelibato Henrico presentato ex una necnon Johanne Hoels, procuratore et eo nomine procuratorio domini Thoma Odinck, presbyteri etiam ad pretactam altare sive vicarati sancti
  9. Willibrordi ad eos tamquam ad rectorem totius opidi predicti spectare ... nobis licentatione presentati constituto de cuius constituonem mandato apud acta cause huiusmodi constabit et constat ex alia partibus
  10. iamdictus Henricus presentatus litteras presentationas prenominati domini Johannis die Haze super presentationem de persona ipsius Henrici nobis facta supratacta confectas necnon literas nostras proclamationes desuper concessas unacum restrictione
  11. execucionis earundem illis transfixa apud acta huiusmodi registratis exhibuit coram nobis in medium et produxit ac contu ... ? omnium et singulorum vigore pretactarum nostrarum litterarum procalmationarium ad diem et horam inibi as-
  12. signatis coram nobis citationum non comparendum accusavit. Et in ipsorum citatorum non comparentiam contra ? huiusmodi idem Henricus presentatus pecint se ad sepedictum altare ... admitti rectoremque
  13. in illo seu in illa institui (aliasque ?) per nos in et circa premissa fieri quod ? fuerit et rationis memoratus vero Johannes Hoels, procurator, et eo nomine dicti domini Thome Odinck presentati litteris presentationis et proclamationis supratactis
  14. se expresse opponendum copiandum omnium et singulorum exhibitionum exhibitionum pretactorum sibi seu actisque presentis cause inseri et conscribi necnon certum et competentem terminum dandi de iure dicto domino suo ... et ad pretactum altare ...
  15. competendum sibi quo supra nomine prefigi et assignari instanter postulavit et ulterius idem Johannes procurator nomine quo supra docendum de presentatione de persona sepedicti domini Thoma sui domini Thomas nobis ad
  16. altare ... de quo seu qua prefertur facta litteras presentatorias prefatorum dominorum decani et capituli ecclesie sancti Johannis ... super presentatione de persone sepefati domini Thome sui domini nobis ad
  17. facta confectas actis cense huiusmodi insertas exhibuit coram nobis im medium et produxit in presentia dicti Henrici unius presentatorum copiam earundem litterarum presentationarum actis cause inseri ac certum terminum dandum de iure
  18. suo sibi in et ad pretactam altare competendem sibi per nos indulgeri petent. Preterea dictis Henrico presentato necnon Johanne Hoels, procuratori quo supra nomine consentiendum et ad hoc instantiam certo et competendum termino dandum de iure
  19. hincinde de iure partium predictarum ipsis quo ad dictum altare quomodolibet competente per nos assignato deinde termino huiusmodi assignato advendiendum comparentibus coram nobis Johanne Hoels, domini Thome nobis ad
  20. presentatorum ex una necnon Gerardo Wolff, Henrici alterius presentatorium procuratoribus constitutis prout apud acta cause huiusmodi de mandatis constitutionem eorundem adapparet ex alia partibus ijdem procuratores quibus supra nominibus
  21. dando de iure dictarum suarum parcium certos hincinde libellos in scriptis concludendum coram nobis exhibuerunt et produxerunt ... dicentes ... ac alia faciendes prout in eisdem continetur quorum quidem libellorum
  22. tenores de verbo ad verbum subscribuntur Et primo tenor libelle domini Thome Odinck unius presentationum talis esse dinoscitur Coram vobis venerabili viro domino Archidiacono Campinie ... vestro ludice seu officialitate
  23. in iure proponit dominus Thomas Odinck, presbyter Leodiensis diocesis contra Henricum Hermanni de Brouchorst Reum et quamcumque aliam personam pro ipso reo ad hanc causam legitime interveniendum atque dicet quod licet alias vicaria
  24. ... secunde fundationis ... vestri archidiaconatus predicte per mortem seu liberam resignationem quondam domini Petri de Busco, presbyter ultimi
  25. dum vixit ... rectoris eiusdem vicarie ... extra romanam curiam et in partibus defuncti vacantes venerabilLes viri domini decanus et capitulum dicte ecclesie ... sancti Johannis ...
  26. ad quos tamquam pastores sive curatos totius opidi de B.D. ipsius vicarie seu capellanie collacio seu rectorum ad illam presentacio de iure hactenus spectasse ... dinoscitur dictum rectorem presbyterum tamquam
  27. habilem ... ad huiusmodi beneficium obtinendi vobis venerabili domino Archidiacono ad quem admisso et institucio rectorum ad (quidem ?) beneficium spectant ... insolidum infra tempus legitimus (rite ?) per
  28. suas literas presentaverunt (vosquod ?) domme archidiacone huiusmodi presentatione suscepta litteras proclamationas desuper ipsi actori concesserins debie execucione ex nunc demandatas. Et obhoc debeat ipse actor in et
  29. ad capellaniam pretactam per vos admitti et rector in illa institui canonico nichilominus tamen pref ? ns reus afferte presentationi cuiusdam domini Johannis Haze asserti rectoris sive investiti dictarum beghinarum
  30. nullo iure in hac pane (fulcici) invitens se se presentationi de persona ipsius actoris facte pretacte tenore de facto et iniuste opposuit et iniuste opponit impedivitque et impedit quominus idem rector in et ad prefatum ca-
  31. pellanum ... admittam et rector in illa instituavit. Cuare petit a vobis venerabilis domme iudex idem actor cum vobis de premissis quatenus sufficiat constiterit per vos vestram quod sententiam diffentivam
  32. pronunciari decerni ... presentationem de persona ipsius actoris factam pretactam fuisse et esse canonicam eundem quod actorem illius vigore in et ad capelianiam anbeactam fore et esse per Vos admittendum
  33. et rectorem in illa cum solempnitatibus ad hoc requisitis solitisque et consuebis canonice instituendis ac in veram ... possessionem huiusmodi beneficij iurium et pertinentiarum et eiusdem esse
  34. inducendi ... et per vos iudici oppositones quoque eb impedimenta rei pretactis fuisse et esse iniustas temerarias et de facto presumpbas ... ac
  35. ipsi reo super illis ac capellania . . pretacta perpetuum silencium imponendum esse et imponi necnon eundem reum prememorate actori in fructibus ipsius capellannie hac lite pendendum cessis cedendis
  36. aut qui cedere possuit et percipi. Ac in expensis huius litteris factis protestandi defiendi condempnari cum hec seu debeam causis et racionibus pre expressis maxime cum premissa vera fuit notoria et ma-
  37. nifesta fueruntque et sunt desuper publica vox fama communis aseercioque vulgaris atque prefabus reus ea vel eorum aliqua quandoque coram probis recognoverit fore vera hec dicit et petit dicbus actor vestrum
  38. benignum officium in oportunis humiliter implorandum. Salvo sibi iure addendum minuendum mutandum corrigendum etcetera protestans sibi valere de premissis que probabit ac si plura non libellasset. Datum anno a Nativate Domini
  39. millesimo quadringenbesimo sexagesimo mensis decembris die decima. Tenor vero libelli Henrici alterius presentaborum sequitur ... venerabili domino archidiacono
  40. ... in me proponit procurator et eo nomine Henrici de Bronchorst, clerici Coloniensis diocesis via et iure melioribus quibus potest et debet contra dominum Thomam Odinck assertum presbyberum reum
  41. reum atque dicit quod licet a ipse secunda fundationis ... rector et investitus huiusmodi ecclesie beghinarum fuerit in pacificia possessione seu quasi recborem
  42. quo ad secundam fundationem supradicti albaris vacacionum temporibus vobis Domino Archidiacono vestroque in dicbo archidiaconatu precessori insolidum presentandi. Ita quod presentationes huiusmodi que plures in numero cursum eb effectum
  43. faciebantur quod que supradicto altari quo ad eius secundam fundationem per mortem seu liberam resignationem domini quondam Petri de Busco uitimi illius fundacionis rectoris novissime vacantie dominus Johannes die Haze
  44. presbyter tunc et nunc rector et investitus prelibate ecclesie beghinarum memoratem Henricum abilem et ydoneum ad dictum altare obtinendum in rectorem dicte secunde fundationis infra tempus, iuris vobis presentaverunt vos que
  45. ad quem de notoria consituedine institucio et asdmissio rectorum ad dictum altare spectare dinoscuntur recepto talismodi presentatione litteras proclamationas iam dicto Henrico concesseritis publice executatas et vigore
  46. quarum interesse pretendendum ad quendam terminum nunc preteritum pro emptorum vocati fuerint contra sepedictum Henricum. Ita quod idem Henricus qua legitimus contradictor minime comparunt ad dictum altare quo ad eius
  47. secundam fundationem admitti debuit et rector in illo institui nichilominus tamen memoratus dominus Thomas de facto impedire presumpsit atque presumit quominus ipse Henricus admittatur et instituatur. Non curans
  48. a pre sis suis impedimentis et oppositionum desistere gratiose interpellatus et ergo petit antedictus procurator ipsius Henrici, actoris cum vobis de premissis quatenus sufficiet constiterit pronunciari per vos vestram que
  49. sententiam diffenitivam et decemi atque declarari memoratum Henricum ad predictum altare ... admittendum et rectorem in illo instituendi fore ipsum que admitti ... necnon ex
  50. posiciones et impedimenta prelibati Thome fuisse et esse temerarias et de facto presumptas. Eundemque Thomam in litis expensis similter in fructibus qui lite pendendum cedent condempnadum fore eb per vos con-
  51. dempnari maxime cum ipse Thoma premissa pluries recognovit fuitque et est de eisdem communis fama et protestatur quo domino suo valeant de premissis ea que probavit salvo iure emendandi et mutandi et
  52. quolibet alio iuris beneficio vostrum benignum officium in oportunis humiliter implorandum. Datum ... 1460 mensis decembris die decima. Post quorum quidem libellorum exhibicionem
  53. et productionum pro parte dictarum partium hincinde contra prescripturos libellos una voce preposito et desuper coram nobis (alticutao ?) literisque nostris proclamationibus dicto domino Thome super presentatione de persona ipsius nobis
  54. facta suprascripta ut dixit concessis et executis coram nobis exhibitis actique cause huiusmodi insertis. Consequenter Johanne Hoels, procuratore dicti domini Thome, unius presentatorum, contra Henricum de Brouchorst, alium presen-
  55. tatorum ad videndum et audiendum per nos decerni super libello ipsius Henrici in presenti causa exhibito procedendi esse et procedi debere certo et competentem termino peremtorie Leodij coram nobis citato huiusmodique ? termino
  56. adveniendum nos mediante certa ? interlocutoria desuper ? te lata decrevimus super libelio pro parte Henrici Brouchorst in hac causa exhibito procedendesse. Lite de ? que super eodem libello et contentis in ilio legitime contes-
  57. tata iuratoque de calumpnia vitandi et veritate dicendum ac posito per Gerardum Wolff, procuratorem supradictum. Insuper constituto coram nobis magistro Goeswino de Lyenden, procuratore et eo nomine domini Thoma pre-
  58. nominati ab eodem ad infrascripta facienda prout apud acti, cause, constabat, constat constituto. Idem magister Goeswinus quo supra nomine procuratoris liti et cause beneficiali coram nobis per et inter partes predictas super
  59. altari sancti Willibrord ... et illius occasione indecis pendendum ac altari predicto et iuri si quod dicto domino Thome domino suo in ipso altari competient pure libere realiter ...
  60. cessit et renunciavit consenciens expresse in hoc quod dictus Henricus veluti rector ad altare pretactum per nos admittatur et in eodem instituatur. Quo facto memoratus Gerardus Wolff, procurator et eo nomine dicti
  61. Henrici, alterius presentatorum pecuit eundem dictum suum ad sepedictum altare per nos admitti et rectorem in eodem institui actis et actitatis cause attentis ac prelibatum dominum Thomam sibi Henrico, suo domino, in expensis litis condemp-
  62. nari prout hec et alia in actis cause et processibus desuper coram nobis habitis plenus continentur et vidimus contineri. Tandem certo et competentem termino ad admittendum per nos quod admitti videndi et audiendi prefatum
  63. Henricum veluti, rectorem ad altare predictum et in eodem instituendi de consensu dictorum procuratorum pro emptorie Leodij coram nobis assignato. De ? autem termino huiusmodi videlicet die et hora infracriptorum adveniendum dictis
  64. Gerardus Wolff pronunc eoque nomine dicti Henrici coram nobis constitutus petunt per nos derci et declarari actis cause attentis eundem Henricum suum dominum ad pretactum altare admittendi rectoremque in illo instituendi esse ac admitti
  65. et institul necnon dictum dominum Thomam sibi Henrico in expensis huius litis condempnandis esse et condempnari. Inde nos archidiaconus Campinie supranominatus seu noster saltem in ea parte iudex deputatus ad peticionem dicti
  66. Gerardi quo supra nomine procuratorius decrevimus et declaravimus ... actis et actitatis cause attentis dictum Henricum ad altare sancti Willibrordi ... admittendum rectoremque
  67. in eodem ... instituendum ... per presentes expensis huius lites ex causa compensandi. (Quocirca ?) pro parte dicti Henrici super hoc instanter requisiti ad prescripta nostri decreti execucionis prout ex
  68. ? debito officij tenevuit procedere volentes attendentes quod ? prodesset decreta feri nisi debite execucio demandarentur vobis unum sed singulis presbyteris clericis et notarijs publicis nobis subditis et cuilibet eorum qui super
  69. hoc alatore presentium fueritis requisiti seu alter eorum fuerit requisitus in virtute sancte obedientie districte precipiendum mandamus quatenus accedentes quo propter hoc sunt accedendi et accedere fueritis requisiti prefatum Henricum seu eius
  70. procuratorem legitimum pro eo et eius nomine in et ad possessionem corporalem ... dicti altaris ... iuriumque et pertinentium omnium eiusdem nostra auctoritate ponatis et iudicatis ...
  71. faciatis calicem, libros missale ceteraque ipsius altaris sive vicarie ornamenta in signum vere possessionem huiusmodi tradendi ... Henrico seu dicto suo procuratori ...
  72. In cuius rel testimonium sigillum manis curie nostre archidiaconalis ... Datum A.D.
  73. 1461 feb. 21.
Zegel: fragment.
Nummer: 1849

1461 maart 14

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo

Ghiselbertus Roesmont en Henricus de Uden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus Ven, zoon van wijlen Jacobus Ven, aan Nycolaus de Deyl, zoon van wijlen Otto, zijn schoonbroer en echtgenoot van Heylwig, dochter van Jacobus, heeft overgedragen een erfcijns van 3 £ en de achterstallige bedragen van die cijns uit het huis, erf, hof en stuk land, 6 vatzaten groot, in de parochie Scynle op de plaats Aen Den Borne aan beide zijden en een einde tussen het erfgoed van Willelmus, zoon van wijlen Nycolaus Hagens, welke cijns Rodolphus van Rodolphus, zoon van wijlen Henricus Merselis soen gekocht had.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0628

1461 april 22

Acta ...in opere novo ecclesie collegiate sancti Johannis

Notaris Daniel vanden Steenacker, clericus van het bisdom Cameracum, instrumenteert een extract uit het testament van Elizabeth, weduwe van Johannes Osman, burger van de stad Den Bosch, waarin zij heeft gelegateerd aan:
  1. De kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 1 rijnsgulden.
  2. Het Onze Lieve-Vrouwebeeld, genoemd de Nieuwe Maria, aan de fabriek in de Sint-Jan 1 maal 1 rijnsgulden.
  3. Het Onze-Lieve-Vrouwebeeld, genoemd de Oude Maria, en de broederschap daarvan 1 maal 1 rijnsgulden.
  4. De Sint-Joriskapel in Den Bosch aan de fabriek 1 maal 1 rijnsgulden.
  5. heer Johannes Alberti, zoon van Gooswinus, haar neef (nepos), zolang als hij leeft een kamp van 4 morgen land in De Hoeven met de last en de cijns die daaruit betaald moet worden en na diens dood heeft zij dit stuk land met de afhankelijke goederen, namelijk sluizen en weteringen, voor 1 helft gelegateerd aan de fabriek van de Sint-Jan en het beeld van Onze-Lieve-Vrouw, genoemd de nieuwe Maria, en de andere helft aan de zusters van de Derde Orde van Franciscus achter de Tolbrugge.
Met als getuigen: Egidius, zoon van Johannes Remboldi, priester, en Jacobus Cnodde, clericus van het bisdom Leodium.
Dorsaal: Testament Lysbet Osmans beset fabrice die helft van 4½ mergen lands berlichem in die hoeven.
Nummer: 1292

1461 juli 28

Acta ... in ... domo inhabitacionis ... testatricis

Notaris Lubbertus Sprakelaer, priester van het bisdom Traiectum, instrumenteert dat Elysabeth, dochter van Henricus Hannen, wettige vrouw van Henricus, zoon van Johannes, inwoner van Den Bosch, in haar testament heeft gelegateerd aan:
  1. De kerkfabriek van de Saint-Lambert in Luik 1 maal 2 braspenningen.
  2. Het Onze-Lieve-Vrouwebeeld in de Sint-Jan 1 maal 1 peterman, te betalen door haar man.
  3. De kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 1 £, die Godefridus, haar vroegere man, aan de Sint-Jan vermaakt had voor het zieleheil van de erflaatster en van Godefridus, welke 1 £ de kerkfabriek pas na de dood van de erflaatster zou krijgen en die als onderpand heeft een huis, erf en de grond met zijn afhankelijke goederen in de After die deen tollenbrugghe straet tussen het erfgoed van Hermannus Leydeckers aan een zijde en de erfgoederen van Symon, zoon van Petrus Moens soen, welk legaat van Henricus de erflaatster samen met Henricus, zoon van Godefridus, haar enige erfgenaam, bevestigd heeft, op voorwaarde dat Henricus deze erfcijns van 1 £ na de dood van zijn moeder kan terugkopen met een bedrag ineens van 7 peters.
Met als getuigen: Johannes, zoon van Franco, en Henricus, zoon van Barnardus, beiden van het bisdom Leodium.
Dorsaal:
  1. folio LXIII. (Van Uden)
  2. Item 1 £ after die Tolbrug beset van Lysbet Henricx Janssoen wyf nu Jan Wantghers speldmaker.
  3. XX schelling op Jacobi Inde Cleijn Tolbrugstraet, numero 60. (Vander Weeghe).
  4. folio 56 verso.
  5. folio 46.
Nummer: 1293

1461 juli 28

Acta ... super crathem ferream ecclesie sancti Johannis ... versus vicum ecclesie

Notaris Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert dat Johannes Goeswinus die Nyewael, burger van Den Bosch, wettige weduwnaar van Sophia, herroepen heeft het testament dat hij door notaris magister Amelius Pan, in afwezigheid van Sophia op 1459 oktober 3 heeft laten instrumenteren en dat het testament dat Johannes en Sophia door dezelfde notaris op 1459 oktober 2 hebben laten instrumenteren van kracht blijft en dat derhalve ook de clausule van kracht blijft waarin hij na zijn dood aan de kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 7 £ schenkt, waarbij de fabriek de lasten moet betalen waarmee die cijns bezwaard is en dat dit legaat alleen herroepen kan worden als Johannes het uitdrukkelijk van woord tot woord vermeldt. Met als getuigen: Hermannus Pieck, viceplebaan van de Sint-Jan, en Gerardus Moll de Driel, burger van Den Bosch.
Nummer: 1585

1461 september 9

Ot van Wamel en Willem van Berchuysen, schepenen in Herpen, oorkonden dat Willem Jacops zoen van Os, Aernt Celen zoen en Jan vander Hoeven, aan Claess Spirinck en aan Gijsbert Haeck, als kerkmeesters van de Sint-Jan, beloofd hebben dat zij 24 rijnsgulden zullen betalen voor de eerstvolgende maand mei.
Zegels: linkerzegel klein fragment, rechterzegel licht beschadigd.
N.B.: Deze akte is ongeldig gemaakt.
Nummer: 0629

1461 september 9

Ot van Wamel en Willem van Berchuysen, schepenen in Herpen, oorkonden dat Henrick Peters soin, Jan van Diechden, Herman Groot en Aernt Celen zoen aan Claess Spirinck en aan Gijsbert Haeck, als kerkmeesters van de Sint-Jan, beloofd hebben voor de eerstvolgende maand mei 80 schapen ter waarde van 6 stuivers te betalen.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
N.B.: Deze akte is ongeldig gemaakt.
Nummer: 0630

1461 december 3

Theodericus de Os en Willelmus de Wyck, zoon van Leonius, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus vanden Staeck, zoon van wijlen Willelmus, en Willelmus, zoon van Johannes Rolofs, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd hebben te betalen 19½ rijnsgulden op het feest van Martinus, bisschop, gedurende een termijn van 6 jaar zonder onderbreking vanaf dat laatste feest en waarvan de eerste betalingstermijn zal zijn op dat eerstvolgende feest.
Dorsaal:
  1. Item Heynricus vanden Staeck die laet op Gruysberch heeft gehuert X mergen inden Ham.
  2. Die jaeren syn ut.
Zegels: (afhangende) bovenste zwaar beschadigd, onderste fragment.
Nummer: 0631

1461 december 15

Marcelius de Uden en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus en Johannes, broers, kinderen van wijlen Henricus die Smyt de Bruggen, en Henricus vanden Scoetacker, wettige echtgenoot van Heylwig, dochter van wijlen Henricus die Smyt, aan Symon, zoon van wijlen Volcardus de Amsterdam, overgedragen hebben de helft die aan hen toebehoorde in een kamp, Die Garstacker, 2 morgen groot, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Eyckendonc aan beide zijden tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Willelmus vanden Hoerinc, welke kamp Godefridus, zoon van Henricus die Smyt van Bruggen, van Laurentius, zoon van wijlen Zanderus van Bruekelen, verkregen had tegen betaling van een erfcijns van 5 £ die daar eerder uit (aan een niet gespecificeerde persoon of instelling) betaald moest worden en 4 £ aan Laurentius en dat Henricus, Johannes en Henricus beloofd hebben dat als er van rechtswege blijkt dat er uit die kamp meer betaald moet worden dan die cijns van 4 £, zij daarvan de helft voor hun rekening zullen nemen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0632

1461 december 22

Heymerick Snavell en Herman Voss, Hermans soin, schepenen in Herpen, oorkonden dat Aernt Mercelis soen aan Henrick Snavell ten gunste van de kerkmeesters van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 28 rijnsgulden uit 5½ malder rogge op het eerst volgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar ; en 1 jaar later 18½ rijnsgulden uit 3½ malder roggen Herpense maat en weer 1 jaar later 18½ rijnsgulden uit 10 vatzaten rogge van dezelfde maat.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0633

1462 januari 28

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo primo

Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marcelius, zoon van wijlen Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes de Os, aan magister Arnoldus de Weylhuzen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 14 rijns gulden op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper.
Zegels: (afhangend) bovenste zegel fragment, onderste zegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0634

1462 januari 28

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo primo

Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marcelius, zoon van wijlen Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes de Os, aan magister Arnoldus de Weylhuzen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 14 rijns gulden en 5 mud rogge, Herpense maat, vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 1 jaar.
Zegels: (afhangend) beide zwaar beschadigd.
Nummer: 0635

1462 januari 28

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo primo

Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marselius, zoon van wijlen Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes de Os, aan magister Arnoldus de Weylhuzen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 14 ryns gulden en 4 mud rogge, Herpense maat, vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 2 jaar.
Zegels: (afhangend) beide licht beschadigd.
Nummer: 0636

1462 januari 28

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo primo

Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marselius, zoon van wijlen Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes de Os, aan magister Arnoldus de Weylhuzen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 14 rynsch gulden en 3 mud rogge, Herpense maat, vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 3 jaar.
Zegels: (afhangend) bovenste licht beschadigd, onderste zwaar beschadigd.
Nummer: 0637

1462 januari 28

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo prima

Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marcelius, zoon van wijlen Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes de Os, aan magister Arnoldus de Weylhuzen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 14 rijnsgulden en 2 mudzaat rogge, Herpense maat, vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 4 jaar.
Zegels: (afhangende) bovenste licht beschadigd, onderste zwaar beschadigd.
Nummer: 0638

1462 januari 28

anno Domini millesimo quadrigentesimo sexagesimo primo

Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Marcelius, zoon van wijlen Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes de Os, aan magister Arnoldus de Weylhuzen ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan beloofd heeft te betalen 14 rijnsgulden en 1 mud rogge, Herpense maat, vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Lichtmis na het verstrijken van 5 jaar.
Zegels: (afhangend) beide zwaar beschadigd. Nummer: 0639

1462 januari 28

anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo primo

Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Goeswinus Toelinc, Nycolaus Spierinc en Ghiselbertus Haeck, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan, daartoe gemachtigd door het testament van Arnoldus de Huesselingen, zoon van Godefridus, aan Marcelius, zoon van wijlen Johannes de Os, zoon van wijlen Arnoldus, zoon van wijlen Johannes de Os, overgedragen hebben de helft die aan Arnoldus van Os, zoon van wijlen Johannes van Os, toebehoorde in een zekere hoeve van Johannes de Os in de parochie Herpen op de plaats Scadewyc tegen een erfpacht van:
  1. een erfpacht van 4 mud rogge,
  2. 6 zester boekweit,
  3. 3 hoenderen,
die eerder hieruit aan de fabriek betaald moesten worden,
  1. andere cijnzen
  2. het onderhoud van Maasdijken, sloten en waterleidingen.
die daar van rechtswege bijhoren. Hilla, zus van Arnoldus de Os, heeft een bunder in deze helft. Arnoldus de Huesselingen had deze helft door een uitspraak van schepenen in Buscoducis van Gerardus Moll de Dryel verkregen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1294

1462 februari 17

Acta ... in domo inhabitacionis dicti testatoris in quodam bassa camera ... ultra die Vischbrugge

Notaris Franco de Langhel, clericus van het bisdom Leodium, instrumenteert een extract uit het testament van Heynerus Loden, raadslid van de stad Den Bosch, zoon van Reynerus, waarin de volgende bepalingen zijn opgenomen:
  1. Hij heeft gelegateerd aan de Saint-Lambert in Luik 1 x ½ Arnoldusgulden na zijn dood.
  2. Hij heeft gelegateerd aan de kerkfabriek van de Sint-Jan 1 x 1 Arnoldusgulden.
  3. Hij heeft gelegateerd aan de 3 kapelaans die de zielzorg in die kerk hebben 1 x 1 peter, die zij gelijkelijk onder elkaar moeten verdelen.
  4. Hij heeft gelegateerd aan de kosters van die kerk 1 x 4 stuivers die zij onder elkaar moeten verdelen.
  5. Hij heeft aan de kerkfabriek van de Sint-Jan vermaakt een erfcijns van 4 £, die men de erflater verschuldigd is uit het huis en erf dat nu van Gerardus vanden Kerckhove is bij de Cruysstraet, die loopt naar de Vismarkt. De erflater wil dat op grote feestdagen op het uur van de hoogmis en de vespers en ook op zaterdag na de vespers als de lofzang van Onze-Lieve-Vrouw wordt gezongen achter in de kerk in de Onze-Lieve-Vrouwekapel bij haar beeld eeuwig op kosten van die kerkfabriek 5 waskaarsen aangestoken worden ter ere Gods en Maria en voor het zieleheil van de erflater en wijlen Margareta, zijn eerste vrouw, en zijn ouders, welke erfcijns de kerkfabriek meteen na de dood van de erflater zal krijgen. De erflater heeft verklaard dat Martinus Monic vroeger namens de erflater aan de meesters van die kerkfabriek voor dezelfde bestemming 12 peters in gereed geld heeft overgedragen en hij heeft eraan toegevoegd dat indien zijn erfgenamen na zijn dood tegen dit legaat opkomen; omdat zij van mening zijn dat de erflater niet de macht heeft om dit legaat te geven; hij aan de kerkfabriek een erfcijns van 4 £ legateert, die Henricus Deynaldi de Vladeracken verschuldigd is uit het huis en erf van de erflater, welke cijns de erflater na de dood van Margareta, zijn eerste vrouw, van Henricus Deynaldi verkregen had en in het zelfde geval heeft hij ook aan de kerkfabriek vermaakt een erfcijns van 2 £, die de erflater na de dood van zijn. eerste vrouw uit zijn voornoemde huis en erf van Hermannus, zoon van Philippus, verkregen had.
Met als getuigen: Johannes, zoon van wijlen Goeswinus de Nyewael, Gerardus vanden Broeck, zoon van wijlen Godefridus, en Arnoldus die Raet, visser, burgers van Den Bosch.
Nummer: 1587

1462 juni 18

Theodericus de Os en Johannes Waerloes, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Goeswinus de Nyewael, en Bela, dochter van wijlen Andreas Tymmermans, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, ten gunste van Geertrudis, dochter van wijlen Goeswinus de Nyewael, weduwe van Theodericus de Lyt, overgedragen hebben een erfcijns van 8 £ uit:
  1. een zekere wei, Die Camp, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Dungen op de plaats Die Keer tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Johannes Hals en de erfgenamen van wijlen Engbertus Goetscalx aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. stuk landbouwgrond, Den Hageacker,
  3. stuk land, Den Breemhorst, tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Engbertus aan een zijde en het erfgoed Dat Busschelken aan de andere zijde,
welke cijns Johannes de Nyewael van Hilla, weduwe van Arnoldus de Ghent, gekocht had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0642

1462 juni 22

  1. ... anno a Nativitate Eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secundo
  2. ... mensis junij die vicesima secunda ...
  3. presentia ...
  4. Barbara, filia quondam Hermanni ... Avemari et relicta ... Henrici Mertens,
  5. institoris, opidana opidi de Buscoducis ...V
  6. a. et h.c.
  7. 4 £ ...
  8. ex quarta parte domus, aree et orti et her. sibi adiacentium, olim Ade die
  9. Pulser, pariter unam modiatam terre ... in parochia de Bode sancte
  10. Ode ad locum ... In Ghenen Beckaert inter her. Arnoldi ... Moenen e.u.
  11. l. tendendum a communi vico ad her. librorum quondam Godefridi ... vander IJnden
  12. ad her. Henrici ... Loden ac ... ex nonnulis alijs contrapignoribus in litteris
  13. scabinalibus ... de Buscoducis ... specificatis. Quem censuni
  14. 4 £ ... dictus quondam Henricus Martens erga Wilhelmum, filium
  15. Wilhelmi, filij quondam Reyneri ... Smacht emendum acquisierat ...
  16. et quem censum Paulus ... Daemen, commorans in dicta parochia de Rode
  17. sancte Ode hodierno tempore solvit ... dedit ...
  18. et supportavit ... Nicolao Spierinc ad opus sepedicte
  19. fabrice ...
  20. Acta ... in capella
  21. sancti Nicolai ... in ecclesia sancti Johannis ...
  22. Presentibus ... Gerardo Hoernken,
  23. presbytero et Gerardo de Merlair, opidanis eiusdem opidi ...
  24. Et ego Johannes Amelrici de Buscoducis, clericus Leodiensis diocesis ...
  25. notarius ...
Nummer: 1298

1462 juli 27

Theodericus de Os en Arnoldus Stamelart, zoon van Henricus, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus Ghysselen aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de meesters van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen 15 £, die aan magister Arnoldus de Weylhusen ten gunste van Henricus door Arnoldus de Huesselingen Goyarts soen beloofd waren.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0643

1462 augustus 12

Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, en Tyelmannus Pyeckevet, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Remigia Meys, dochter van Gerardus de Zelant, natuurlijke zoon van wijlen Johannes de Zelant, aan Johannes, zoon van wijlen Laurentius vanden Bredeacker, overgedragen heeft een erfpacht van een halve mud rogge uit:
  1. een erfpacht van 1 mud rogge uit een huis en hof in de parochie Gestel bij Heerlaer op de plaats Thede tussen de plaats Dat Gemeyn Venne aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. een zekere akker, Die Hostat, een halve mudzaat rogge in raapzaad groot, uit een akker tussen het erfgoed van Johannes de Aggere aan een zijde en het erfgoed van Goeswinus de Hal aan de andere zijde,
welke erfpacht van 1 mud rogge Gerardus de Zelant van Wolterus, Aleydis en Hilla, kinderen van wijlen Gerardus de Zelant, verkregen had, en dat Johannes en Theodericus, broers, kinderen van wijlen Nycolaus Coel Hannen soen, ten gunste van Gerardus van deze pacht van 1 mud rogge en van elk recht daarop hadden afgezien.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 0644

1462 september 30

Marcelius de Uden en Arnoldus Heer, zoon van Ghiselbertus, schepenen in Buscoducis, aan Bartramus, zoon van wijlen Johannes Bartrams, overgedragen heeft een huis en 2 kamers, die vroeger van Katherina, dochter van wijlen Johannes Hals, zoon van wijlen Johannes Femyen soen, geweest waren, in de straat achter de toren van de Sint-Jan, welk huis heer Henricus van Gerardus Moll de Dryell door een uitspraak van schepenen in Buscoducis verkregen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0645

1462 oktober 19

Henricus Dicbier en Bartramus, zoon van Godefridus de Hedel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus Cleynael, Egidius vander Audermoelen en Goeswinus Heer, zoon van wijlen Henricus, als meesters van de fabriek van de Sint-Jacobskapel, aan Rutgerus de Arkel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen de helft van een erfcijns van 3 £ en 10 schelling, welke cijns Henricus die Bever, zoon van wijlen Rodolphus die Bever de Gheyst, en Hilla, zijn vrouw, dochter van wijlen Petrus vanden Vosberch, verschuldigd waren aan Henrica, dochter van wijlen Jacobus Swalmer uit:
  1. stuk landbouwgrond, 1½ lopenzaat groot, in de parochie Heeswyck tussen het erfgoed van Henricus de Zanthen aan een zijde en het erfgoed van Godefridus vanden Eynde aan de andere zijde,
  2. stuk landbouwgrond, 2½ lopenzaat groot, tussen het erfgoed van Godefridus vanden Eynde aan een zijde en het erfgoed van Lucas de Erpe, zoon van Gerlacus, en van Rodolphus Arts soen, aan de andere zijde,
welke cijns van 3 £ en 10 schelling magister Arnoldus de Weilhuysen junior ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan en de fabriek van ce Sint-Jacobskapel, van Arnoldus, natuurlijke zoon van wijlen Goeswinus Vrancken, verkregen had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 0646

1462 december 1

Symon die Hoesch en Godefridus Buscoducis, oorkonden dat Barnerus, soen, aan Johanna de Lent, dochter begijn van het Groot Begijnhof in erfcijns van 5 £ uit vander Aelsvoert, schepenen in zoon van wijlen Arnoldus Barniers van wijlen Godefridus de Lent, Den Bosch, verkocht heeft een:
  1. huis, erf, hof en aangrenzend stuk landbouwgrond, 8 lopenzaat groot, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Die Dungen op de plaats Poeldonck tussen het erfgoed van Everardus Bosch aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Johannes Michiels soen, vanaf het erfgoed van Johanna, weduwe van Johannes de Maren, en van Cristina, haar dochter, tot aan de openbare weg,
  2. stuk landbouwgrond, 6 lopenzaat groot, op de plaats Die Rennendonck, tussen het erfgoed van Rodolphus, zoon van wijlen Henricus, Emonts soen aan een zijde en het overige erfgoed van de verkoper aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Theodericus Ruelens tot aan het erfgoed van Aleydis, dochter van wijlen Rodolphus Ghiben soen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel klein fragment.
Nummer: 0647

1462 december 16

Bertramus, zoon van Godefridus de Hedel, en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Godefridus en Ghiselbertus, broers, kinderen van wijlen Bernardus Scheyvel, Henricus die Hoesch, wettige echtgenoot van Katherina, Jacobus Spiker, zoon van wijlen Willelmus Spiker, wettige echtgenoot van Elizabeth, dochters van Bernardus, en Rutgerus vanden Zande, wettige echtgenoot van Agnes, dochter van Elizabeth en van wijlen Henricus Becker de Maberdingen, aan magister Gerardus Boest ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan hebben overgedragen:
  1. stuk moerasgrond, 1 bunder groot, in de parochie Roesmalen op de plaats Inden Hogenblock tussen het erfgoed van Nycolaus Spierinc aan een zijde en het erfgoed van Katherina Storincs aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de waterleiding tot aan Den Hoefdyck,
  2. een erfcijns van 1½ £ uit het huis, erf en hof op de plaats Den Papenhuls tussen het erfgoed van Petrus Steenwech aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Groetart de Os aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de openbare weg tot aan Den Beghinen Grave,
  3. de helft van een erfcijns van 24 oude groten uit een stuk moerasgrond in de parochie Empel op de plaats In Die Cortbeemde tussen het erfgoed van Petrus Steenwech aan een zijde en Den Orbers Grave aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Hilla, weduwe van Jacobus de Brede, tot aan het erfgoed van de Heer van Empel.
met als lasten: a) een grondcijns van 6 oude penningen aan de hertog, b) het onderhoud van de Zegedycke, sluizen, sloten en waterleidingen die bij die bunder land horen.
Dorsaal:
  1. folio CLXII Een buenre lants Roesmalen, folio verso VII, 1½ £ Papenhuls, medietatem XXIIII grossorum antiquorum Empel. (Van Uden)
  2. 20, 21.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 0648

1462 december 16

Bartramus, zoon van Godefridus de Hedel, en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat magister Gerardus Boest, zoon van wijlen Godefridus Boest, aan Lambertus de Doernen, zoon van Cristianus, heeft overgedragen:
  1. een erfcijns van 5 £, welke cijns Nycolaus van Hollant, zoon van wijlen Nycolaus van Hollant, verschuldigd was aan Bernardus Sceyvel voor een derde deel, Agnes, diens zus, dochter van wijlen Godefridus Sceyvel, voor het tweede derde deel en aan Godefridus en Arnoildus Rover Boest, broers, Petrus de Goburdingen en Arnoldus Steenwech, zoon van wijlen Goeswinus voor het laatste derde deel uit 2 stukken grond, Boelstrepe in de parochie Roesmalen op de plaats Heze, waarvan het eerste landbouwgrond is, het tweede moerasgrond en die gelegen zijn tussen het erfgoed van wijlen Heer Henricus de Nuwelant, ridder, aan een zijde en het erfgoed van Jacobus Funsel en Nycolaus Leeuwen aan de andere zijde,
  2. de helft van een erfcijns van 24 oude groten uit een stuk moerasgrond in de parochie Empel op de plaats In Die Cortbeemde tussen het erfgoed van Petrus Steenwech aan een zijde en Den Orbers Grave aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Hilla, weduwe van Jacobus de Brede, tot aan het erfgoed van de Heer van Empel.
Dorsaal:
  1. Empel Roesmalen vijff pond paijment ende XII aude grooten ende XII oude groeten Empel, numero 16 (Vander Weeghe),
  2. folio 103.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel fragment.
Nummer: 1299

1462 december 16

De inhoud van deze akte is identiek aan de voorgaande.
Dorsaal:
  1. folio CXXIIII V £ payment Roesmalen, folio XXXIX XII aude groeten Empel. (Van Uden)
  2. V £ Rosmalen, numero 16, folio 103.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1300

1462 december 16

Bertramus, zoon van Godefridus de Hedel, en Johannes Spiker, zoon van Johannes, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Heer Willelmus de Aa, ridder, en Gerardus de Aa aan Franco de Gestel en aan Godefridus Sceyvel ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan verkocht hebben een erfcijns van 15 £ en 15 schelling, die deel uitmaakt van een erfcijns van 21 £, uit de goederen Ter Boect in de parochie Sonne en uit alle afhankelijkheden van die goederen, welke cijns van 21 £ heer Nycolaus vander Aa, priester, ten gunste van Gerardus de Aa, vader van Heer Willelmus, verkregen had. Goeswinus Toelinc, Nycolaus Spierinc en Ghiselbertus Haeck, meesters van de voornoemde fabriek, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan magister Gerardus Boest, aan Godefridus Sceyvel, aan Henricus die Hoesch, Jacobus Spiker en aan Rutgerus vanden Zande beloofd dat zij deze cijns van 15 £ en 15 schelling niet zullen opeisen, slechts uitgezonderd een erfcijns van 9 £ en 10 schelling.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1301